Castelgarden P 350 Manual página 95

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 69
GEBRUIK VAN DE MACHINE
• Een boom snoeien (Fig. 16)
LET OP!
!
Zorg ervoor dat de zone
waarin de takken zullen vallen vrij is.
1. Ga aan de zijde tegenover de af te zagen tak
staan.
2. Begin met de laagste takken en werk zo naar
de hogere takken toe.
3. Zaag van boven naar beneden, om te voor-
komen dat het blad vastraakt.
• Een boom vellen (Fig. 17)
LET OP!
!
Op hellingen wordt altijd
gewerkt stroomopwaarts van de boom. Zorg
ervoor dat de gevelde stam geen schade kan
veroorzaken bij het naar beneden rollen.
1. Bepaal de valrichting van de boom rekenig
houdend met de wind, de helling van de
plant, de positie van de zwaarste takken, het
gemakkelijk werken na het vellen, enz.
2. Maak de zone rond de boom vrij en zorg voor
een goede steunplaats voor de voeten.
3. Voorzie gepaste vluchtwegen, vrij van hinder-
nissen; de vluchtwegen moeten zich op
ongeveer 45° in de richting tegenover de val-
richting van de boom bevinden en een snelle
vlucht van de bediener naar een veilige plaats
mogelijk maken. Deze veilige plaats moet op
een afstand liggen die 2,5 keer de hoogte van
de te vellen boom bedraagt.
4. Breng aan de valzijde een inkeping aan met
een diepte gelijk aan een derde van de door-
snede van de stam.
5. Zaag de stam aan de tegenoverliggende
zijde, iets boven de punt van de inkeping en
laat een "scharnier" (1) van ongeveer 5-10 cm
vrij.
6. Zonder het blad te verwijderen, wordt de
breedte van de scharnier geleidelijk aan klei-
ner gemaakt, tot de boom omvalt.
7. In bijzondere situaties of bij een schaarse sta-
biliteit, kan het vellen voltooid worden door
twee wiggen (2) aan de zijde tegenover de
valzijde aan te brengen en met een hamer op
de wiggen te kloppen tot de boom omvalt.
• Snoeien na het vellen (Fig. 18)
LET OP!
!
Let op de steunpunten
van de tak op de grond, aan de mogelijkheid
dat die in spanning staat, aan de richting die
de tak kan aannemen tijdens het zagen en
aan de mogelijke instabiliteit van de boom na
het afzagen van de tak.
1. Neem de richting waar waarin de tak in de
stam zit.
2. Begin te zagen aan de plooizijde en maak het
werk af aan de tegenoverliggende zijde.
• Een stam doorzagen (Fig. 19)
Het doorzagen van een stam wordt vergemakke-
lijkt door het gebruik van de pal.
1. Steek de pal in de stam, voer een hefboom-
kracht uit op de pal en laat de kettingzaag
een boogvormige beweging maken zodat het
blad in het hout kan dringen.
2. Herhaal de handeling meerdere keren indien
nodig, door het steunpunt van de pal te ver-
plaatsen.
• Een stam doorzagen op de grond (Fig. 20)
Zaag tot ongeveer halverwege de diameter, rol
de stam en maak het werk af aan de tegenover-
liggende zijde.
• Een opgetilde stam doorzagen (Fig. 21)
1. Indien het zagen na de steunpunten (A)
plaatsvindt, zaag dan tot een derde van de
diameter onderaan en maak het werk af
bovenaan.
2. Indien gezaagd wordt tussen twee steunpun-
ten (B), zaag dan tot een derde van de dia-
meter bovenaan en maak het werk af langs
onder.
NA HET WERKEN
Na het werken:
– Schakel de motor uit zoals eerder aangegeven
(Hoofdstuk 6).
– Wacht tot de ketting tot stilstand gekomen zijn
en monteer de bladbescherming.
11
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

P 400P 350qP 400q

Tabla de contenido