Instellen van de navigatie
Kalibrering
Kalibrering
Na de eerste inbedrijfstelling moet een
kalibreringsrit worden uitgevoerd. Hierbij
worden automatisch het signaal van de
kilometerteller aan de specifieke gegevens van
de auto en de Gyro-sensoren aan de
inbouwpositie van het toestel aangepast.
Het te rijden traject is afhankelijk van het type
auto en van de plaatselijke omstandigheden.
Opmerking
• Het navigatiesysteem is pas bedrijfsklaar als
de kalibreringsrit is beëindigd! Op het display
verschijnt het basismenu van het
navigatiesysteem. Pas na meerdere ritten
(kalibreerstatus 3) wordt de definitieve
nauwkeurigheid bereikt.
1 Selecteer in de modus Werkplaats
KALIBRERINGSRIT
bevestig dit door op de draaiknop te
drukken.
De kalibreerstatus (bijv.
positie (bijv.
) wordt weergegeven. Na een
3D
succesvolle kalibrering wordt in plaats van
en
de momenteel gereden straat
ACHTERUIT
weergegeven (voor zover deze gedigitaliseerd is).
24
Du
All manuals and user guides at all-guides.com
met de draaiknop en
), de soort
STATUS: 2
Wissen van de kalibrering
Als het navigatiesysteem uit de auto wordt
gebouwd en vervolgens in een andere auto
wordt gebouwd, moet de kalibrering worden
uitgevoerd. Hiertoe moeten vooral de huidige
kalibreringsgegevens worden gewist.
1 Selecteer in de modus Werkplaats
KALIBRERING
dit door op de draaiknop te drukken.
2 Selecteer met de draaiknop
bevestig dit door op de draaiknop te
drukken.
De kalibrering wordt gewist en u gaat terug naar
de modus Werkplaats.
Instelling van een kalibrering
Opmerking
• De instelling van een kalibrering mag pas
worden uitgevoerd, als de ingevoerde waarde
WIEL
bekend is. Als foute waarden worden
ingevoerd, kan het toestel geen correcte
routeberekening maken.
1 Selecteer in de modus Werkplaats
KALIBRERING
dit door op de draaiknop te drukken.
met de draaiknop en bevestig
WISSEN
met de draaiknop en bevestig
en