Vergrendel altijd de Aan/Uitschakelaar en trek de stekker
uit het stopcontact wanneer
u accessoires wisselt.
WAARSCHUWING: Controleer altijd dat het bitje goed
vastzit voordat u het gereedschap start. Een los bitje
kan uit het gereedschap schieten en dat zou dan
persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorkop
10
met een roterende
9
mof zodat u de boorkop met
één hand kunt bedienen. Ga als volgt stapsgewijs te
werk als u een boortje of een ander accessoire wilt
inzetten.
1. Schakel gereedschap uit en verwijder accu.
2. Pak de zwarte mof van de boorkop met één hand vast
en houd met de andere hand het gereedschap vast.
Draai de mof zo ver naar links dat u het accessoire van
uw keuze kunt inzetten.
3. Steek het accessoire ongeveer 19 mm in de boorkop
en draai deze stevig vast door de mof naar rechts te
draaien met de ene hand terwijl u het gereedschap
met de andere vasthoudt. Uw gereedschap is voorzien
van een mechanisme voor automatische
spindelvergrendeling. Zo kunt u de boorkop met één
hand openen en sluiten.
Het is belangrijk dat u de boorkop vastzet met één hand
op de mof van de boorkop terwijl u het gereedschap met
de andere hand zo goed mogelijk vasthoudt.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1 en 2 die
hierboven worden vermeld, te herhalen.
Snelheidselectie (Afb. A)
Het gereedschap is voorzien van twee instellingen voor
de snelheid voor veelzijdiger toepassing.
OPMERkInG: Schakel niet over op een andere snelheid
wanneer het gereedschap draait. Laat de boor altijd tot
stilstand komen en kies daarna pas een andere snelheid.
1. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand
komen als u snelheid 1 (een hoog koppel) wilt
kiezen. Schuif de snelheidskeuzeknop
achteren (weg van de boorkop).
2. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand
komen als u snelheid 2 (instelling voor de hoge
snelheid) wilt kiezen. Schuif de
snelheidskeuzeknop
naar voren (naar de
7
boorkop toe).
Als het gereedschap niet op een andere snelheid werkt,
controleer dan dat de snelheidskeuzeknop goed ingrijpt
in de voorwaartse of achterwaartse positie.
Standenselectie (Afb. A)
Met de kraag
kunt u afhankelijk van de geplande toepassing
de juiste bedrijfsstand selecteren.
Draai, als u één van de standen wilt selecteren, de kraag
tot het symbool van uw keuze tegenover de pijl staat.
symbool
1–15
Aan/Uit-schakelaar/regelknop
variabele snelheid Vooruit/achteruit
(Afb. A, E)
U zet de boor aan en uit door de Aan/Uit-
schakelaar/regelknop variabele snelheid
trekken en los te laten. Hoe verder u de Aan/Uit-
schakelaar indrukt, des te hoger de snelheid van de
boormachine. Uw gereedschap is voorzien van een
rem. De boorkop stopt zodra u de aan/uit-schakelaar
geheel loslaat. Met de vooruit/achteruit-regelknop
bepaalt u de draairichting van het gereedschap. Deze
knop dient ook voor vergrendeling in de Uit-stand.
• U selecteert de draairichting vooruit door de
Aan/Uitschakelaar los te laten en de
vooruit/achteruit-regelknop aan de rechterzijde van
het gereedschap in te drukken.
• U selecteert de draairichting achteruit door de
vooruit/ achteruit-regelknop aan de linkerzijde van
het gereedschap in te drukken.
OPMERkInG: De middelste stand van de regelknop
vergrendelt het gereedschap in de Uit-stand. Wanneer u
7
naar
de stand van de regelknop wijzigt, is het belangrijk dat u
de aan/uit-schakelaar niet indrukt.
OPMERkInG: U kunt het gereedschap beter niet
voortdurend in het variabele snelheidsbereik gebruiken.
Hierdoor kan de schakelaar beschadigd raken en u kunt
het beter vermijden. OPMERkInG: Wanneer u het
gereedschap de eerste keer gebruikt na het wijzigen van
voor selectie van de werkstand
6
stand
Boren
Schroevendraaien (hoger getal =
meer torsie)
Werken met de hamerboor (alleen
DCD709)
nEDERLanDs
in te
4
5
1
1