De pijp moet het totale hoekoppervlakte raken.
Bevestig de geleider met de bevestigingsbout in de daarvoor bestemde houder.
Startpositie. Om het buigproces te starten, moet de "0" markering van de hoekmal gelijnd
worden tot aan het midden van de geleider.
De machine kan nu gaan buigen.
Buigen. Plaats de schakelaar voor rechts of links draaiend in de werkpositie . en druk de
elektrische schakelaar in (de buigmal zal beginnen te draaien). Houd de elektrische
schakelaar tijdens het buigproces ingedrukt.
Om de ingegeven hoek te bereiken, moet het gewenste aantal graden overeenkomen met de
markering op de geleider. Wordt dit bereikt, dan schakelt de machine uit. De machine is voor-
zien van een hulpstuk dat het mogelijk maakt hoeken tussen 0º en 180º vooraf te bepalen (se-
riewerk). Zie hiervoor het hoofdstuk "voor het opstarten"
Na het buigen. Schakel de motor, wanneer het buigen klaar is, uit en verplaats de R + L
schakelaar in de tegengestelde positie . Druk, om de pijp los te maken, kort op de scha-
kelaar. Verwijder de bevestigingsbout, de geleider en de reeds gebogen pijp.
Schakel, om de machine klaar te maken voor een volgend buigproces, de motor aan met de
R + L schakelaar in de tegengestelde positie tot deze weer terugspringt in neutraal.
4.5
Acculader en Accu
Overzicht:
1
Accupack
Schuifbevestiging
2
3
Bedrijfs-LED
In gebruik nehmen:
Controleer voordat de machine in gebruik wordt genomen of de op het type-
plaatje aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning.
Apparaten zoals deze, die gelijkstroom opwekken, kunnen eenvoudige differentieelschakelaars
beïnvloeden. Gebruik type F of hoger, met een uitschakelstroom van max. 30 mA.
Zorg er voor de ingebruikneming van de acculader voor dat de ventilatiesleu-
ven vrij zijn. Minimale afstand tot andere voorwerpen ong. 5 cm!
Zelftest:
Netstekker insteken.
De waarschuwings-LED (4) en de bedrijfs-LED (3) lichten na elkaar ca. 1 seconde op, de inge-
bouwde ventilator loopt ca. 5 seconden.
Accupack:
Het accupack (1) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en 30°C. De toelaatbare oplaadtemperatuur ligt
tussen 0 °C en 50 °C.
Li-ion-accupacks hebben een capaciteits- en signaalindicatie (6):
Druk op toets (5) en de laadtoestand wordt door de LED-verlichting aangegeven.
Wanneer een LED-lampje knippert, is het accupack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Bediening:
Accupack laden:
Accupack volledig, tot de aanslag op de schuifbevestiging (2) schuiven.
De bedrijfs-LED (3) knippert.
4
Waarschuwings-LED
Toets voor de indicatie van de capaciteit
5
6
Capaciteits- en signaalindicatie
NEDERLANDS
(D)
59