OPMERKING: Als de contactsleutel niet is geplaatst,
knippert het bedrijfslampje groen wanneer u de scha-
kelhendel inknijpt.
5.
Terwijl u de schakelhendel vasthoudt, duwt u de
aandrijfhendel naar voren en houdt u deze vast om de
achterwielen aan te drijven.
► Fig.23: 1. Aandrijfhendel
OPMERKING: U kunt de achterwielen aandrijven
door de aandrijfhendel naar voren te duwen en deze
vast te houden zonder de schakelhendel naar u toe
te trekken.
6.
Laat de aandrijfhendel en de schakelhendel los
om het apparaat te stoppen.
De maaihoogte instellen
WAARSCHUWING:
van de maaihoogte nooit uw hand of voet onder
de grasmaaierbehuizing.
WAARSCHUWING:
gebruik zorgvuldig of de hendel juist in de gleuf
valt.
De maaihoogte is instelbaar binnen een bereik van 20
mm tot 100 mm.
Verwijder de contactsleutel en trek vervolgens de maai-
hoogte-instelhendel tot buiten het maaidek en verplaats
deze naar de gewenste maaihoogte.
► Fig.24: 1. Maaihoogte-instelhendel
De onderstaande tabel toont het verband tussen het
cijfer op het maaidek en de maaihoogte bij benadering.
Cijfer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Houd het voorhandvat of de onderste handgreep met
één hand vast en verplaats vervolgens de maaihoog-
te-instelhendel met de andere hand.
► Fig.25: 1. Maaihoogte-instelhendel 2. Onderste
handgreep 3. Voorhandvat
OPMERKING: De waarden voor de maaihoogte
mogen slechts als richtlijn worden gebruikt.
Afhankelijk van de toestand van het gazon en de
ondergrond, kan de daadwerkelijke gazonhoogte iets
afwijken van de ingestelde hoogte.
OPMERKING: Met een maaiproef in een min-
der opvallende plaats kunt u door uitproberen de
gewenste hoogte vinden.
Plaats bij het instellen
Controleer vóór het
Maaihoogte
20 mm
26 mm
32 mm
39 mm
47 mm
55 mm
63 mm
74 mm
86 mm
100 mm
Grasniveau-indicator
De grasniveau-indicator geeft de hoeveelheid gemaaid
gras aan. Zolang de grasmand nog niet vol is, zal de
indicator blijven zweven terwijl de snijbladen draaien.
► Fig.26: 1. Grasniveau-indicator
Wanneer de grasmand bijna vol is, zal de indicator niet
meer zweven terwijl de snijbladen draaien. In dat geval
stopt u onmiddellijk het gebruik en leegt u de grasmand.
► Fig.27: 1. Grasniveau-indicator
OPMERKING: Deze indicator is slechts een grove
richtlijn. Afhankelijk van de toestand binnenin de gras-
mand,werkt deze indicator niet altijd goed.
De hoogte van de handgreep
afstellen
LET OP:
Voordat u de bouten verwij-
dert, houdt u de bovenste handgreep stevig
vast. Anders kan de handgreep vallen en letsel
veroorzaken.
De hoogte van de handgreep kan worden afgesteld op
twee hoogten.
1.
Verwijder de bovenste bouten uit de onderste
handgreep met behulp van pijpsleutel 13 en draai
daarna de onderste bouten los.
► Fig.28: 1. Bovenste bout 2. Onderste bout
2.
Stel de hoogte van de handgreep af en draai
daarna de bovenste en onderste bouten stevig vast.
De rijsnelheid afstellen
► Fig.29: 1. Snelheidshendel
De rijsnelheid kan worden ingesteld met behulp van de
snelheidshendel. Om de snelheid te verlagen, trekt u
de hendel naar u toe, en om de snelheid te verhogen
kantelt u de hendel naar voren.
Het mulch-inzetstuk gebruiken
Het mulch-inzetstuk maakt het mogelijk om het maaisel
naar de grond terug te voeren zonder het maaisel op
te vangen in de grasmand. Wanneer u het apparaat
met het mulch-inzetstuk gebruikt, moet u de grasmand
verwijderen.
KENNISGEVING:
het mulch-inzetstuk gebruikt, verzekert u zich
ervan dat de totale lengte van het gras 30 mm of
meer is, of de maailengte 15 mm of minder is.
► Fig.30: (1) 30 mm of meer (2) 15 mm of minder
De achteruitworp gebruiken
Met behulp van de achteruitworp kunt u het maaisel aan
de achterkant van de machine op de grond te werpen
zonder het maaisel op te vangen in de grasmand.
Wanneer u het apparaat met de achteruitworp gebruikt,
moet u de grasmand en het mulch-inzetstuk verwijde-
ren en de achterklep sluiten.
69 NEDERLANDS
Wanneer u het apparaat met