Opvangzak aan de verticuteerder hangen (Afbeelding L2 + S1 )
–
De uitwerpklep van de verticuteerder naar boven openen.
LET OP
De uitlaat wordt erg heet. Bij aanraking kunt u ernstige brandwonden
oplopen.
Om de uitwerpklep te openen hem altijd rechts vastpakken L2 !
–
Til de opvangzak op met de draaggreep en hang deze met zijn beide zijdelingse
haken boven in de verticuteerderbehuizing S1 .
–
De uitwerpklep op de opvangzak klappen.
Let er bij het verticuteren op, dat de opvangzak op tijd wordt leeggemaakt. Alleen met
een luchtdoorlatende opvangzak is een foutloos opnemen van het gras mogelijk. Als
de messen te laag ingesteld zijn, wordt het opvanggedrag slechter.
BELANGRIJK
Opvangzak niet met warm water reinigen!
Leegmaken van de opvangzak
–
Motor uitschakelen en de stilstand van het snijgereedschap afwachten.
–
Uitwerpklep optillen.
LET OP
De uitlaat wordt erg heet. Bij aanraking kunt u ernstige brandwonden
oplopen.
Om de uitwerpklep te openen hem altijd rechts vastpakken L2 !
–
De gevulde opvangzak aan de draagbeugel van de verticuteerder uithangen –
uitwerpklep sluit zelfstandig.
–
De opvangzak vasthouden aan de draagbeugel en de verzonken greep op
de onderzijde van de bodem en grondig uitschudden.
Gebruik zonder opvangzak
WAARSCHUWING
Bij het gebruik zonder opvangzak moet de uitwerpklep aan de
verticuteerderbehuizing altijd gesloten zijn (omlaag geklapt).
15 VERTICUTEERBEDRIJF
INSTRUCTIE
Om de messenas te ontzien, scherpe bochten vermijden en voor het keren de
messenas verhogen.
Verticuteren op hellingen
LET OP
Het apparaat kan in bermen en op hellingen die tot 46% (25° helling) aflopen,
worden ingezet. Steilere schuinstanden kunnen schade aan de
motor veroorzaken.
Om veiligheidsredenen raden wij u echter dringend aan om dit theoretische
potentieel niet volledig te benutten. Zorg er altijd voor dat u stevig en stabiel
staat. In principe mogen met de hand geleide verticuteerders bij hellingen steiler
dan 26% (15° helling) niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit
verloren gaat!
Oliepeilcontrole
Controleer het oliepeil voor elke verticutering (zie hoofdstuk Oliepeil controleren en
olie bijvullen ). Daarnaast is de verticuteerder uitgerust met een oliepeilsensor. Als het
oliepeil te laag is, wordt de motor uitgeschakeld. De oliepeilsensor is geen vervanging
voor regelmatige controles door de gebruiker. De motor nooit met te weinig of te veel
olie laten lopen. Onherstelbare schade zou het gevolg kunnen zijn.
Controle van de bedrijfsveiligheid
De verticuteerder is uitgerust met een motorstopinrichting.
Vóór elk verticuteren controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorstop
foutloos functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moet de motor zich
uitschakelen en het snijgereedschap tot stilstand komen (Opgelet! Het snijgereedschap
loopt na!). Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de positie terugspringen, die in de
afbeelding "Beschrijving van de componenten" wordt getoond.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
De veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet worden
gemanipuleerd of gedeactiveerd!
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Ter vermijding van gevaar vóór elk verticuteren de toestand en goede bevestiging van
de messen controleren (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud van de messenas").
Werkzaamheden aan de messenas altijd door een vakwerkplaats laten uitvoeren.
Door een verkeerd gemonteerde messenas kunnen delen loskomen, hetgeen tot
ernstige verwondingen kan leiden.
Om de 10 bedrijfsuren schroeven en moeren van het apparaat controleren op goede
bevestiging en eventueel aandraaien!
Controleren of de bougie goed bevestigd is! Gevaar: elektrische schok. Bougie nooit bij
lopende motor eraf trekken! Gevaar: elektrische schok. Bougie alleen bij afgekoelde
motor eraf trekken! Verbrandingsgevaar.
Bij blokkering van de messenas, bijv. door tegen een hindernis aan te rijden of door
vreemde voorwerpen, door een geautoriseerde vakwerkplaats laten controleren of
delen van de verticuteerder beschadigd of vervormd zijn. Ook de eventueel
noodzakelijke reparaties altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren.
Als de machine ongewoon sterk begint te trillen of abnormale geluiden begint te maken,
dan is een onmiddellijke controle door een geautoriseerde vakwerkplaats vereist.
Tijdelijke beperkingen
Er bestaan plaatselijke voorschriften met betrekking tot de tijden, waarop
verticuteerders mogen worden gebruikt. Informeert u zich a.u.b. voor het gebruik van
de verticuteerder bij de desbetreffende instantie.
Tips voor de verzorging van het gazon (Afbeelding M )
Bij het verticuteren het apparaat in rechte banen met matige stapsnelheid geleiden.
Veroorzaakt door de voorwaartse draairichting van de messenas is slechts een geringe
duwkracht noodzakelijk. Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem is het gedeeltelijk
noodzakelijk om de verticuteerder tegen de werkrichting in tegen te houden. Het rijden
van nauwe bochten vermijden.
Bij sterk bemost of bij veel voorhanden onkruid in het gazon is het aanbevolen, een
tweede keer, haaks op de eerste werkrichting te verticuteren. Bij het verticuteren
zonder opvangzak voor de tweede verticuteerbeurt het uitgewerkte verticuteermateriaal
verwijderen. Extra bovenop liggend verticuteermateriaal zou het verticuteerresultaat
verslechteren, het apparaat extra belasten en de werkzaamheden voor de bedienende
persoon onnodig verzwaren (sterkere duwkrachten).
Het verwijderen/opnemen van het verticuteermateriaal gebeurt het makkelijkste door
Veiligheidsinstructie!
het op te zuigen met een TurboStar-grasmaaier of kan manueel met de hark gebeuren.
Verklaring van de symbolen
16 ONDERHOUDSINTERVALLEN
zie tabel pagina 3
BELANGRIJK
Vermijd schade! Onder extreme resp. uitzonderlijke voorwaarden zijn eventueel
kortere onderhoudsintervallen vereist dan hierboven vermeld. Neem als
u gebreken vaststelt, contact op met een geautoriseerde vakwerkplaats.
Routineonderhoud aan de machine uitvoeren conform de volgende
onderhoudsintervallen.
De volgende onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden naast de in deze
gebruiksaanwijzing opgesomde intervallen voor onderhoudswerkzaamheden.
Vóór de eerste inbedrijfstelling
•
•
•
•
•
Vóór elk bedrijf
•
•
•
•
•
•
•
Om de 10 bedrijfsuren
•
•
Na elk bedrijf
46
Het oliepeil controleren Y1 .
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging.
De messenas controleren en eventueel door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten vastdraaien.
Controleren of de veiligheidsschakelbeugel motorstop foutloos werkt.
Controleren of alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en
niet beschadigd zijn.
Gazon controleren en alle vreemde voorwerpen verwijderen.
Bereik van de begrenzingskabel controleren (indien ook een automatische maaier
wordt ingezet voor de verzorging van het gazon).
Het oliepeil controleren Y1 .
Toestand en goede bevestiging van de messen controleren en eventueel door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten vervangen resp. vastdraaien.
Controleren of de veiligheidsschakelbeugel motorstop foutloos werkt.
Controleren of alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en
niet beschadigd zijn.
Grasopvanginrichting controleren op slijtage of slechter functioneren.
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging.
Messenas controleren op slijtage en goede bevestiging.