Lionelo Nico Manual Del Usuario página 68

voertuig letsel kunnen veroorzaken, goed worden vastgezet.
•
Tijdens het rijden moet het stoeltje stevig aan de autostoel worden bevestigd met
de autogordel, ook als het kind er niet in zit.
•
Het autostoeltje kan niet gebruikt worden zonder bekleding. De bekleding
kan niet worden vervangen door andere die niet door de fabrikant worden
aanbevolen, aangezien het een integraal onderdeel van het apparaat is en
de veiligheid van het kind beïnvloedt.
•
Indien deze moet worden vervangen, mag de oorspronkelijke bekleding alleen
worden vervangen door een gelijkwaardige, door de fabrikant aanbevolen.
•
Veiligheidsgordels moeten regelmatig worden gecontroleerd, waarbij
bijzondere aandacht moet worden besteed aan verankeringen, naden en
verstelinrichtingen.
•
De rugleuning van het stoeltje moet vlak tegen de rugleuning van de autostoel
aanliggen. Zo nodig moet de positie van de hoofdsteun van de voertuigstoel
worden gecorrigeerd.
•
Het wordt niet aanbevolen om het stoeltje te blijven gebruiken na een ongeval
waarbij het toestel aan hoge krachten en spanningen is blootgesteld. In dit
geval is het aan te raden om de stoel te vervangen.
•
Bij een ernstig ongeval hangt de veiligheid van de passagiers vooral af van
het ontwerp van het voertuig. Het stoeltje beschermt uw kind niet vanzelf
tegen verwondingen. Een correcte installatie en gebruik van het stoeltje
geeft echter een betere overlevingskans voor het kind. Zorg ervoor dat alle
gebruikers van het stoeltje de stoel op de juiste manier kunnen gebruiken.
•
Het is aan te raden om het stoeltje op de achterbank van de auto's te installeren.
•
De gordels van het kinderbeveiligingssysteem moeten worden aangepast
aan de lichaamsstructuur van het kind. Ze mogen niet worden verdraaid.
Het is belangrijk dat de heupgordels laag zijn, zodat de bekken stevig wordt
vastgehouden.
•
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
Let op:Plaats het stoeltje niet op een stoel met de airbag aan, dit kan leiden tot
de dood of blijvend letsel.
Plaats en monteer de harde en plastic onderdelen van het kinderstoeltje op
zodanige wijze dat deze onder normale gebruiksomstandigheden niet kunnen
worden bekneld door een schuifzitje of deur van het voertuig.
NL ‑ 68 ‑