Installeren/Verbinden
Onderdelenlijst voor het installeren
(F)
Stripantenne (×1)
(G)
Bepaal de positie voor het installeren van de antenne
• De richting van de stripantenne (F) is verschillend afhankelijk of de stripantenne (F) aan de rechterkant
of aan de linkerkant wordt geplaatst.
• Controleer beslist de plaats en richting van de stripantenne (F) alvorens werkelijk te bevestigen. De
stripantenne kan niet opnieuw worden opgeplakt.
• Zorg dat er ten minste 100 mm afstand tot andere antennes is.
• Plak de versterkerunit (G) niet op de keramische strook (zwart gedeelte) rond het voorruit. De plakkracht
is daar namelijk niet goed.
De antenne aan de linkerkant installeren
Keramische strook (zwart gedeelte)
(F)
(G)
Aardingsvel*
* Plak het aardingsvel van de versterkerunit (G) op het metalen gedeelte van de voorpilaar.
28
NEDERLANDS
Versterkerunit (kabel met booster,
(H)
Kabelklem
3,5 m) (×1)
(×3)
(I)
Reiniger (×1)
De antenne aan de rechterkant installeren
(G)
(F)
VOORZORGEN
Indien de antennekabel in de voorpilaar wordt geplaatst en een airbag is gemonteerd
• De afdekking van de voorpilaar is vastgezet met een
speciale klem die u mogelijk na het verwijderen moet
vervangen.
Raadpleeg uw autohandelaar voor details aangaande
het verwijderen van de afdekking van de voorpilaar en
onderdelen die u mogelijk moet vervangen.
• Plaats de versterkerunit (G) boven de airbag zodat de
werking van de airbag niet wordt belemmerd.
Overzicht van installatie
Aardingsvel*
De antenne moet voor de
veiligheid aan de passagierskant
worden bevestigd.
Klem
Voorpilaar
(G)
Airbag