5. Verwijder het verontreinigde filter.
Als een schuimstoffilter is gemonteerd:
Reinig het filter grondig met mild reini-
gingsmiddel en water. Laat het filter dro-
gen.
6. Controleer de afvoeraansluiting en de
aangesloten afvoerslang op beschadi-
ging. Vervang de beschadigde onderde-
len.
7. Plaats het nieuwe of gereinigde filter in
de filterhouder.
8. Monteer de filterhouder samen met het
filter op dezelfde manier als in de fabriek
is gebeurd.
Verdamper reinigen
ü De verdamper is ontdooid en droog.
1. Schakel het apparaat met de apparaat-
schakelaar uit en trek de netstekker uit
het stopcontact.
2. Klap de behuizing open en leg deze op
de grond.
3. Reinig de koelleidingen van beide zijden
met directe perslucht.
Bij vettige verontreinigingen moeten de
koelleidingen nat worden gereinigd. Hiertoe:
1. Reinigt u de condensaatbak onder de
koelleidingen en de afvoerslang.
2. Besproeit u de koelleidingen met een
spuitfles met mild reinigingsmiddel en
water.
3. Laat de gereinigde onderdelen drogen.
70
4. Monteer alle afdekkingen op dezelfde
manier als in de fabriek is gebeurd.
ð U hebt nu de verdamper gereinigd.
Reiniging pompput
Afhankelijk van het gebruik van het appa-
raat kunnen er in de pompput afzettingen
ontstaan. Om te reinigen gaat u als volgt te
werk:
1. Schakel het apparaat met de apparaat-
schakelaar uit en trek de netstekker uit
het stopcontact.
2. Klap de behuizing open en leg deze op
de grond.
Fig. 3: Demontage van het condensaat-
reservoir
1
Condensaat-
bak
3
Behuizing
5
Bevestiging
condensaat-
pomp
3. Trek de condensaasslang uit de conden-
saatpomp.
4. Draai de beide bevestigingsschroeven
van de condensaatpomp los er trek deze
zijwaarts uit het apparaat.
Het aansluitsnoer blijft hierbij aan het ap-
paraat zitten (dit is lang genoeg).
2
Bevestigings-
schroeven
condensaat-
pomp
4
Condensaat-
pomp