• Druk op de ISOFIX knop (X) om beide ISOFIX armen (V) uit te trekken. Pak het stoeltje
dan met twee handen vast, duw de twee ISOFIX armen stevig in de bankverbindingen
van de autostoel totdat de armen (V) in elkaar grijpen en u een kenmerkende "klik" hoort.
• Duw het stoeltje zo ver mogelijk in de bank van de auto, om de druk op de bank van
de auto te maximaliseren.
• De groene indicator op de ISOFIX knop (X) moet aan beide zijden zichtbaar zijn, dan
kunt u er zeker van zijn dat het stoeltje goed is vastgezet en gepositioneerd.
• Druk op de instelknop voor de stabilisatiepoot (Y), trek de poot uit en stel de lengte
ervan in zodat deze in contact komt met de grond van het voertuig (de indicator wordt
groen wanneer de stabilisatiepoot voldoende is uitgeschoven).
• Plaats het kind in het autostoeltje en maak de veiligheidsgordels vast. (Zie: afb. 26)
5. Voorwaarts gerichte installatie, kind wordt vastgemaakt met veiligheidsgordels
(groep I, 9 - 18 kg).
• Bevestig indien nodig ISOFIX bevestigingen (Z) aan de ISOFIX connectoren in de auto.
Ze maken het gemakkelijker om de ISOFIX bevestigingen van het stoeltje te bevestigen
als de autoverbindingen niet beschikbaar zijn.
• Draai het stoeltje voorwaarts naar de rijrichting en druk de draaiknop van de basis
360° (M) in. (zie: afb. 13)
• Druk op de ISOFIX knop (X) om beide ISOFIX armen (V) uit te trekken. Pak het stoeltje
dan met twee handen vast, duw de twee ISOFIX armen stevig in de bankverbindingen
van de autostoel totdat de armen (V) in elkaar grijpen en u een kenmerkende "klik" hoort.
• Duw het stoeltje zo ver mogelijk in de bank van de auto, om de druk op de bank van
de auto te maximaliseren.
• De groene indicator op de ISOFIX knop (X) moet aan beide zijden zichtbaar zijn, dan
kunt u er zeker van zijn dat het stoeltje goed is vastgezet en gepositioneerd.
• Druk op de instelknop voor de stabilisatiepoot (Y), trek de poot uit en stel de lengte
ervan in zodat deze in contact komt met de grond van het voertuig (de indicator wordt
groen wanneer de stabilisatiepoot voldoende is uitgeschoven).
• Plaats het kind in het autostoeltje en maak de veiligheidsgordels vast. (Zie: afb. 27)
6. Voorwaarts gerichte installatie, kind wordt vastgemaakt met veiligheidsgordels,
(groep II, III, 15 - 36 kg).
• Verwijder de 5-punts veiligheidsgordels. (zie: afb. 8 en 9)
• Zet het stoeltje op de bank van de auto.
• Draai het stoeltje voorwaarts naar de rijrichting en druk de draaiknop van de basis
360° (M) in. (zie: afb. 13)
• Bevestig indien nodig ISOFIX bevestigingen (Z) aan de ISOFIX connectoren in de auto.
Ze maken het gemakkelijker om de ISOFIX bevestigingen van het stoeltje te bevestigen
NL
‑ 88 ‑