Braun Aesculap GN060 Instrucciones De Manejo página 115

Veiligheid voor de patiënt
Levensgevaar door ontbrekende voorbereiding of
fout in het HF-apparaat!
►
Controleer of het HF-apparaat correct werkt.
GEVAAR
►
Zorg ervoor, dat er geen geleidende vloeistoffen
(bijv. bloed, vruchtwater) in de voetschakelaar
of handschakelaar zijn binnengedrongen.
►
Zorg ervoor, dat in de voetschakelaar- of hand-
schakelaarkabel geen kortsluiting is.
Verbrandingsgevaar voor de patiënt door onopzet-
telijke activering van het HF-apparaat!
►
Schakel het HF-apparaat na een onbedoelde
GEVAAR
activering onmiddellijk uit met de „Apparaat-
aan/uit"-knop en trek de netstekker uit het
stopcontact.
►
Bedien de voetschakelaar steeds bijzonder
oplettend.
Bij niet-werken van het HF-apparaat bestaat
gevaar voor verwonding van de patiënt door onge-
wilde stijging van het HF-uitgangsvermogen!
GEVAAR
►
Het HF-apparaat mag bij de kleinste onregelma-
tigheden niet meer worden gebruikt.
Letselgevaar voor de patiënt/gebruiker door
defecte netvoedingsleiding/niet aanwezige
beschermgeleiderverbindingen!
WAARSCHUWING
►
Controleer de netvoedingsleiding/beschermge-
leiderverbindingen.
Gevaar voor neuromusculaire stimulatie door HF-
gebruik in het bijzonder bij modi, die lichtbogen
tussen de actieve elektrode en het weefsel produ-
WAARSCHUWING
ceren!
►
Stel het uitgangsvermogen zo klein mogelijk in.
Let altijd op het volgende:
►
Positioneer de patiënt zodanig, dat hij geen metalen delen aanraakt,
die geaard zijn of een aanzienlijke capaciteit naar de aarde hebben
(bijv. operatietafel, houders). Leg er indien nodig antistatische doeken
tussen.
►
Zorg ervoor dat de patiënt geen vochtige doeken of textiel aanraakt.
►
Bescherm de zones met een sterke zweetsecretie en huid-op-huid-
contact aan het lichaam door er antistatische doeken tussen te leggen.
►
Plaats een katheter om urine af te leiden.
►
Bij patiënten met pacemakers of andere actieve implantaten dient voor
het gebruik van HF-chirurgie de betreffende medische specialist te
worden geraadpleegd, om niet te repareren schades of functiestoornis-
sen van de pacemaker of het implantaat te vermijden.
►
Breng de elektroden van fysiologische bewakingsapparatuur zonder
veiligheidsweerstanden of HF-smoorspoel zo ver mogelijk van de HF-
elektroden aan.
►
Gebruik geen naaldelektroden voor de bewaking.
►
Breng de leidingen van de bewakingsapparatuur zo aan dat ze niet op
de huid liggen.
►
Houd leidingen naar de HF-elektroden liefst kort en leid ze zodanig, dat
ze niet in contact komen met de patiënt of met andere leidingen.
►
Verwijder de hete elektrode niet onmiddellijk na het snijden of coagu-
leren uit het lichaam.
►
Leg HF-instrumenten en actieve elektroden nooit op of naast de
patiënt neer.
►
Leg de actieve elektroden die u even niet nodig hebt zo neer, dat ze niet
met de patiënt in contact komen.
►
Stem het HF-uitgangsvermogen af op de chirurgische ingreep. Houd
rekening met klinische ervaringen en referenties.
►
Stel de krachtafgifte van het HF-apparaat altijd zo laag mogelijk in.
►
Bij ontoereikend vermogen moet u er met de gebruikelijke instellingen
voor zorgen dat:
– de werkelektroden schoon zijn,
– de stekkers correct aangesloten zijn.
►
Bij operaties, waarbij een voortdurend contact van de elektroden met
de patiënt onvermijdelijk is (bijv. bij endoscopische operaties), moet
het HF-apparaat bij een onbedoelde activering van de elektrode
onmiddellijk met de „Apparaat-aan/uit"-schakelaar worden uitgescha-
keld.
►
Stel het akoestische signaal dat bij een geactiveerde elektrode klinkt,
zo in, dat het steeds goed hoorbaar is.
113