Opmerking:
(1)
Een blokkering of herstart van het apparaat zonder permanente schade is aanvaardbaar
(2)
U
is de a.c. netspanning voor de applicatie van het testniveau.
T
Leidraad en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
Triangle is bestemd voor gebruik in de onderstaande elektromagnetische omgeving. De klant of
de gebruiker van Triangle moet ervoor zorgen dat ze daadwerkelijk in een dergelijke omgeving
wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
Opmerking: bij 80 MHz en 800 MHz zijn de hogere frequentiebereiken van toepassing.
Opmerking: Deze leidraden zijn niet in elke situatie van toepassing. De elektromagnetische
verspreiding wordt beïnvloed door de opname en weerkaatsing van structuren, voorwerpen en
mensen.
Opmerking:
(1)
De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiele/draagbare
telefoons) en land mobiele amateurradio, AM- en FM-radiozenders en TV-zenders kunnen niet
nauwkeurig theoretisch worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving veroorzaakt
door RF-zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch locatieonderzoek worden verricht.
Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar Triangle gebruikt wordt het bovenstaande RF-
nalevingsniveau overschrijdt, moet Triangle onder controle worden gehouden om de normale
werking te controleren. Extra maatregelen kunnen nodig zijn, zoals het opnieuw draaien of
verplaatsen van Triangle, als afwijkende prestaties worden vastgesteld.
(2)
Boven een frequentiebereik van 150 kHz t/m 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.
40
IEC 60601
Nalevingsniveau
Testniveau
3 Vrms
3 Vrms
0,15 MHz tot
0,15 MHz tot 80
80 MHz
MHz
6 Vrms
6 Vrms
in ISM-
in ISM-banden
banden
0,15 MHz t/m
0,15 MHz t/m
80 MHz
80 MHz
3 V/m
3 V/m
80 MHz t/m
80 MHz t/m 2,7
2,7 GHz
GHz
gezondheidsinstantie
.
Leidraad voor
elektromagnetische omgeving
Draagbare RF-
communicatieapparatuur moet op
een afstand van minstens 30 cm
(12 inches) tot een willekeurig
deel van het apparaat worden
gebruikt
De veldsterkte van vaste RF-
zenders, zoals tijdens een
elektromagnetisch
(1)
locatieonderzoek
is bepaald,
moet binnen elk frequentiebereik
lager dan het nalevingsniveau zijn.
(2)
In de nabijheid van apparatuur
voorzien van het volgende
symbool kan storing optreden: