Netschakelaar En Motorbeveiliging - Weka DKS32 Manual Original

4.3 Boorstaander
De veiligheids- en werkinstructies voor de gebruikte boorsteun dienen nauwkeurig in acht te worden
genomen.
De DKS32/DKS32S wordt met de overbrengingsvoet (zie afbeelding) met 4 bouten M8 op de boorstaander (4) be-
vestigd. Kies de lengte van de bouten daarbij zo, dat deze minimaal 15 mm worden ingeschroefd.
Zet de machine alleen in een stabiele boorstaander die voorzien is van nauwkeurige geleidingen met weinig speling.
Let hierbij op dat de as van de machine absoluut parallel aan de zuil van de boorstaander loopt.
Gebruik alleen boorstaanders die genoeg stabiel zijn.
Omdat de boorstaander geen deel uitmaakt van de leveringsomvang wordt hier alleen op enkele belangrijke zaken
met betrekking tot het gebruik gewezen.
Neem a.u.b. de bedrijfshandleiding van de boorstaander in acht.
Manieren van bevestiging
Bevestiging met pluggen, vacuümbevestiging, stutten.
Bevestiging met plug
Boor een apart bevestigingsgat voor de bevestiging van de boorstandaard met plug (accessoire) in metselwerk of
beton.
Voor het pluggat gelden de volgende maten:
Diameter
Metselwerk
20 mm
Beton
16 mm
Plaats een betonplug met spreidwig of een metselwerkplug. Schroef de snelspanspil in de plug. Breng de boorstan-
daard en een onderlegring aan en schroef deze met de vleugelmoer vast. Draai de vleugelmoer na het nivelleren
met een steeksleutel vast.
Bevestiging met vacuüm
Voor de bevestiging van de boorstandaard met vacuüm heft u een gangbare vacuümpomp en een vacuümset nodig
(accessoire).
De vacuümpomp moet aan de volgende minimumvereisten voldoen:
Volumestroom:
Vacuüm minstens:
Voor de bevestiging met vacuüm moet de ondergrond glad en vlak zijn. Het gebruik op pleister of metselwerk is niet
toegestaan.
Plaats, nadat de vacuümverbinding tot stand is gebracht, de nivelleerschroeven (18) licht op de ondergrond, zodat
de boorstandaard strak zit en de afdichtingsring iets ontspant. Anders zit de boorstandaard heel zacht op de af-
dichtingsring. Voor de aansluiting van vacuümpomp en vacuümset leest u de gebruiksaanwijzingen ervan en volgt u
de instructies daarin op.
Neem de veiligheids- en werkvoorschriften voor vacuümpomp en vacuümset strikt in acht.
Bevestiging met een snelspankolom
U kunt de boorstandaard met een snelspankolom (accessoire) tussen vloer en plafond bevestigen. Plaats een uit-
einde van de snelspankolom op de bodemplaat van de boorstandaard. Het opzetvlak tegen het plafond voor het
andere uiteinde van de snelspankolom moet stabiel genoeg en beveiligd tegen wegglijden zijn. Lees de gebruik-
saanwijzing van de snelspankolom, voordat u deze bevestigt en volg de instructies op.
4.4

Netschakelaar en motorbeveiliging

Na het inschakelen start de motor zachtjes. Bij overbelasting schakelt de motor in pulswerking om de overbelasting
aan te geven. Als het vermogen dan niet wordt verminderd, schakelt de motor na enkele seconden uit. Na het
uitschakelen en het opnieuw inschakelen start de motor opnieuw zachtjes.
Let, voordat u de machine opnieuw inschakelt, op dat de boorkroon licht kan worden gedraaid en dat deze niet in de
booropening klemt.
De motorelektronica kan kortstondig met 260 Volt worden gebruikt (bij 110 Volt machines geldt 140 Volt). Hogere
spanningen echter kunnen tot onherstelbare schade leiden. Let u er op, dat wanneer u de machine op een generator
laat lopen, deze geen hogere spanningspieken ontwikkeld.
4.5 Overbrengingsschakeling
De DKS32/DKS32S beschikt over een overbrengingsschakeling met 3 standen.
Schakel niet met geweld en alleen bij uitloop c.q. bij stilstand van de machine. Kies steeds het geschikte toerental
dat bij de diameter van de boor hoort (zie o.a. de tabel en het vermogensplaatje op de machine).
Diepte
85 mm
50 mm
6 m³/h
80 % (−800 mbar)
43