Nederman TAV 50 Manual Del Usuario página 91

9 Terugduw-veer
10 Aansluitstuk
11 Microschakelaar houder
Afbeelding 2 toont de meest gangbare besturings
componenten.
1 3-weg klep voor afstandsbesturing van een TAV
50 PC in basisuitvoering.
2 Hendel (MA)
3 Luchtstroomgevoelige klep (FV)
4 Magneetklep (MV)
5 Sensorring, magneetklep en aansluitdoos (deel
van MV-W)
Alle versies van de TAV 50 dragen het CE-label. Afhan-
kelijk van het model en het gebruiksdoel, is op som-
mige TAV 50-kleppen ook het EX-symbool en de ca-
tegorie aangebracht. Alle TAV 50-kleppen die het EX-
symbool dragen behoren tot categorie 3D volgens de
richtlijn 2014/34/EU. Dit betekent dat modellen met
het EXsymbool aangebracht mogen worden in zones
die geclassificeerd zijn als zone 22 volgens richtlijn
1999/92/EG.
De handbediende TAV 50 MA is niet gemarkeerd met
het EX-symbool aangezien een handbediende uitrus-
ting niet onder de richtlijn 2014/34/EG valt. Zelfs als
de TAV 50 MA geen EX-markering bevat, is het erg
wenselijk die te gebruiken in zones die geclassificeerd
zijn als zone 22 en dezelfde hoge beschermingsgraad
te gebruiken als de TAV 50 met EX-markering.
TAV 50 MV-W en de TAV 50 MV 24 V AC/DC
hebben geen EX-markering en mogen niet in
geclassificeerde zones geïnstalleerd worden.
De TAV 50 is bedoeld om deel uit te maken van een af-
zuigsysteem. Zelfs als de TAV 50 met EX-symbool be-
hoort tot categorie 3D voor gebruik in zone 22 (TAV
50 buitenkant), kan hij gebruikt worden met leiding-
werk dat intern geclassificeerd is als zone 20 of 21.
Aangezien er geen inwendige ontstekingsbron is in de
TAV 50, kan hij beschouwd worden als eenvoudig lei-
dingwerk en valt hij niet onder de richtlijn 2014/34/
EG.
De TAV 50 is alleen bedoeld als onderdeel van een af-
zuigsysteem dat stof met de volgende eigenschap-
pen transporteert: MIE (minimale ontstekingsenergie)
> 3 mJ en MIT (minimale ontstekingstemperatuur) >
205ºC. Zuig geen materiaal af dat een ontsteking of
blokkering kan veroorzaken.
91