Inhoudsopgave
3 Symbolen.....................................................28
1
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Worden de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet in acht genomen,
dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen om ze later te kunnen
raadplegen.
- Dit oplaadapparaat mag alleen worden gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar en door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
mentale vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, wanneer
toezicht op hen wordt uitgeoefend of zij geïnstrueerd zijn over een veilig
gebruik van het apparaat en ze de gevaren begrijpen die daarmee sa
menhangen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging
en onderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd als zij niet
onder toezicht staan.
- Oplaadapparaat niet openen!
- Oplaadapparaat beschermen tegen metalen deeltjes (bijv. metaalspa
nen) of vloeistoffen!
- WAARSCHUWING! Gebruik geen niet-oplaadbare accu's met dit oplaad
apparaat!
- Geen accupacks van andere fabrikanten met dit oplaadapparaat ge
bruiken. Geen netvoeding of accupacks van andere leveranciers voor
het gebruik van het accugereedschap toepassen. Geen oplaadappara
ten van andere leveranciers voor het opladen van de accupacks ge
bruiken. Het gebruik van accessoires die niet door de fabrikant worden
voorgeschreven, kan tot een elektrische schok en/of ernstig letsel lei
den.
- Als het oplaadapparaat zich in de Systainer bevindt, mag het niet aan
gesloten worden op een stopcontact!
- Het apparaat beschermen tegen vocht.
- De netkabel tegen hitte, olie en scherpe randen beschermen.
- Als de netkabel van dit apparaat wordt beschadigd, moet deze door de
fabrikant of de technische dienst daarvan of door een deskundige per
soon vervangen worden om gevaarlijke situaties te vermijden.
- Vóór het gebruik het apparaat op beschadigingen controleren, met na
me de netkabel, de netstekker en de behuizing om gevaarlijke situaties
7 Gebruik........................................................ 29
9 Milieu........................................................... 30
27