Het cassettetoilet monteren
6.3
Het cassettetoilet opstellen
A
LET OP!
Alle componenten van het systeem moeten in vorstvrije omgeving inge-
bouwd worden. Bij vriestemperaturen bestaat er gevaar voor beschadi-
ging door vorstinwerking.
I
INSTRUCTIE
• Bij montage van het cassettetoilet in een natte cel raadt de fabrikant
aan om het cassettetoilet met de douchebak te verbinden.
• Het voetstuk van het cassettetoilet is voorzien van een uitstekende
kraag die de bovenrand van de douchebak kan opnemen (afb. 4,
pagina 4).
1. Monteer het cassettetoilet volgens de beschrijving van de betreffende modelva-
riant.
2. Plaats het cassettetoilet zodanig dat het vlak afsluit met een verticale muur.
3. Laat voldoende ruimte vrij zodat de bediening van de afvoerschuif niet wordt
belemmerd.
4. Gebruik de maattekeningen voor de montage:
– CT4050, CT(E)4110: afb. 5, pagina 5
– CTLP4050, CTLP4110: afb. 6, pagina 6
– CTS4050,CT(E)S4110: afb. 7, pagina 7
– CTW4050, CTW4110: afb. 8, pagina 8
6.4
CT(E)4xxx-modellen monteren
Het losgekoppelde model CT(E)4xxx heeft geen geïntegreerde watertank en geen
console. Stel dit model zo op dat de erachter liggende wand het bedieningsele-
ment van het toilet, de elektrische aansluitingen en eventueel een watertank kan
opnemen. Het best is hiervoor een kast voor de wand te plaatsen (afb. 9,
pagina 9).
Houd er hierbij rekening mee dat de cassette 110 mm uit de cassettebehuizing
steekt (afb. 0 a, pagina 9). De hoogte van het voetstuk bedraagt 50 tot 110 mm,
afhankelijk van het model (afb. 0 b, pagina 9).
1. Als er een serviceluik is geïnstalleerd: Lijn het cassettetoilet uit in overeenstem-
ming met het serviceluik.
2. Plaats het voetstuk van de behuizing vlak tegen de montagekast, zodat er een
zuivere overgang is en geen spleet.
102
CT(E), CTLP, CT(E)S, CTW
NL