Onderdelen en bedieningselementen
Eindversterker
Bedieningspaneel (bovenpaneel)
TURN-ON
INPUT MODE
+
REMOTE SIGNAL
1
1
2
Ventilatieopening
Via deze opening wordt de warmte afgevoerd.
Afhankelijk van de temperatuur van de
versterker wordt een van de drie beschikbare
ventilatorstatussen geselecteerd (uit, lage
snelheid, hoge snelheid).
Afdekking koellichaam
U kunt de richting van de afdekking van het
koellichaam naar wens aanpassen (pagina 9).
Statuslampje
Licht wit op tijdens het bedrijf.
Als het beveiligingscircuit geactiveerd wordt,
gaat het statuslampje rood branden in plaats
van wit. Raadpleeg "Problemen oplossen"
(pagina 16) voor meer informatie.
TURN-ON
INPUT MODE
LINE OUT MODE
REMOTE SIGNAL
1
1
+
2
THRU
LINE OUT MODE
THRU
ALL
SUBSONIC FILTER (Hz)
LPF (Hz)
INPUT SENS
30
150
ALL
OFF
ON
5
50
OFF
ON
50
500
+
12 V
REMOTE
SUBSONIC FILTER (Hz)
30
OFF
ON
5
50
TURN-ON-schakelaar
Hiermee kunt u de inschakelmodus van de
versterker selecteren.
"REMOTE": kies deze optie voor
afstandsschakeling. De versterker wordt
ingeschakeld wanneer deze een
inschakelsignaal ontvangt via de REMOTE-
aansluiting. Raadpleeg "REMOTE-aansluiting"
(pagina 11) voor meer informatie.
"SIGNAL": kies deze optie voor High-level
Sensing-schakeling. De versterker wordt
ingeschakeld wanneer deze een
inschakelsignaal ontvangt via de INPUT-
aansluiting. Deze functie is alleen
beschikbaar voor hoogniveau-
invoeraansluitingen (luidsprekerniveau).
Raadpleeg "REMOTE-aansluiting" (pagina 11)
voor meer informatie.
GROUND
LPF (Hz)
INPUT SENS
150
OFF
ON
50
500
+
12 V
REMOTE
GROUND
5
NL