3.
Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is
met het werkstuk voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
4.
Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer
op trillingen of schommelingen die op onjuiste
montage of een slecht uitgebalanceerd schijf
kunnen wijzen.
5.
Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
6.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
7.
Raak het werkstuk niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Het kan bijzonder heet zijn en brand-
wonden op uw huid veroorzaken.
8.
Houd u aan de instructies van de fabrikant
voor het juist aanbrengen en gebruiken van de
schijven. Behandel de schijven voorzichtig en
berg deze met zorg op.
9.
Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn
voor dit gereedschap.
10. Zorg ervoor dat het werkstuk goed onder-
steund is.
11.
Houd er rekening mee dat de schijf nog een
tijdje blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
12. Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig
is, of erg verontreinigd is met geleidend stof,
gebruikt u een kortsluitstroomonderbreker
(30 mA) om de veiligheid van de gebruiker te
verzekeren.
13. Gebruik het gereedschap niet op materialen
die asbest bevatten.
14. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. Zorg
ervoor dat er niemand zich onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge
plaats gebruikt.
15. Als een tussenschijf is bevestigd op de schijf,
mag u deze niet verwijderen. De diameter van
de tussenschijf moet groter zijn dan de borg-
moer, buitenflens en binnenflens.
16. Alvorens een slijpschijf aan te brengen,
controleert u altijd of de tussenschijf geen
abnormaliteiten vertoont, zoals ontbrekende
schilfers en barsten.
17. Draai de borgmoer goed vast. Als de schijf te
vast wordt gedraaid, kan deze breken, en onvol-
doende vastdraaien kan leiden tot wiebelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Laat u NIET misleiden
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
LET OP:
Denk eraan het gereedschap uit te
schakelen in geval van een stroomstoring of per
ongeluk uitschakelen, zoals wanneer de stekker
uit het stopcontact wordt getrokken. Anders zal
het gereedschap onverwacht worden ingeschakeld
zodra de stroomvoorziening hersteld is, waardoor een
ongeluk of persoonlijk letsel kan ontstaan.
De schakelaar kan, afhankelijk van het land, op drie
verschillende manieren werken.
► Fig.1: 1. Trekkerschakelaar 2. Vergrendelhendel
Voor gereedschap met een
inschakelvergrendeling
Afhankelijk van het land
LET OP:
De schakelaar kan worden ver-
grendeld in de aan-stand ten behoeve van het
gebruikersgemak bij langdurig gebruik. Wees
extra voorzichtig wanneer u de schakelaar in de
aan-stand vergrendelt en houd het gereedschap
altijd stevig vast.
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in (in de richting B). Laat de trekker-
schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
Voor continubedrijf knijpt u de trekkerschakelaar in (in
de richting B) en duwt u vervolgens tegen de vergren-
delhendel (in de richting A).
Om het gereedschap te stoppen vanuit de vergrendelde
stand, knijpt u de trekkerschakelaar helemaal in (in de
richting B) en laat u hem los.
Voor gereedschap met een
uit-vergrendeling
Afhankelijk van het land (inclusief Australië en
Nieuw-Zeeland)
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt ingeknepen, is een vergrendelhendel aangebracht.
Om het gereedschap te starten, duwt u tegen de ver-
grendelhendel (in de richting A) en knijpt u vervolgens
de trekkerschakelaar in (in de richting B). Laat de trek-
kerschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
KENNISGEVING:
niet hard in zonder de vergrendelhendel te bedie-
nen. Hierdoor kan de schakelaar kapot gaan.
36 NEDERLANDS
Knijp de trekkerschakelaar