• HET IS VERBODEN het pistool te gebruiken voor het spuiten van levensmiddelen of medicijnen.
• HET IS VERBODEN het pistool te gebruiken in ruimtes waar zich werkende machines als lopende banden, robots e.d. bevinden.
Om een veilig gebruik en correct onderhoud te garanderen, mag het pistool uitsluitend worden gebruikt door personeel dat hiervoor is opgeleid. Controleer of de
luchtinstallatie waarop het spuitpistool is aangesloten altijd lucht aanvoert waar water en olie uitgefilterd zijn. Controleer nadat u de verpakking heeft verwijderd
of het apparaat geen zichtbaar beschadigde onderdelen heeft.
Koppel voor aanvang van de reinigingswerkzaamheden het pistool van de persluchtleiding en laat de lucht in het spuitpistool ontsnappen.
Het is VERBODEN onderhoud op het spuitpistool verrichten als het hiermee belaste personeel geen goede instructies ontvangen heeft.
Het is VERBODEN onderhoud op het spuitpistool te verrichten als geen originele onderdelen gebruikt worden.
Na afloop van het werk hoeft het apparaat niet gereinigd te worden als de pauze slechts enkele minuten duurt. Wanneer echter het apparaat voor enige uren of langer niet
gebruikt zal worden, moet het spuitpistool worden gereinigd om te voorkomen dat de verf in de leidingen opdroogt.
Het spuitpistool moet ook worden gereinigd als het vuiler dan normaal is op de hendels en instelknoppen.
1.
Giet wat schoon oplosreinigingsmiddel van goede kwaliteit in het reservoir en trek aan de hendel om de ruimtes waardoor de verf passeert te reinigen,
voordat u het pistool demonteert
2.
Koppel het spuitpistool altijd van de persluchtleiding en laat de druk uit het spuitpistool ontsnappen voordat u het demonteert.
3.
Schroef de kop van het spuitpistool los, verwijder hem, dompel hem in het oplosmiddel en borstel hem af. Gebruik voor het reinigen geen metalen voorwerpen.
4.
Verwijder de pen, schroef de spuitmond los met de speciale sleutel, dompel hem in het oplosmiddel en borstel hem af. Was de binnenkant van het
spuitpistool en borstel het af. Let erop dat u het pistool niet geheel in het oplosmiddel onderdompelt.
5.
Reinig de buitenkant van de behuizing met een schone, in oplosmiddel gedrenkte doek.
6.
Reinig zorgvuldig alle interne delen, de stop van de pen tegen de binnenkant van de afstelknop en het contactpunt tussen de bedieningshendel en de pen
van de luchtklep.
7.
Smeer regelmatig de bewegende delen met vet of vaselineolie (GEBRUIK GEEN SMEERMIDDELEN DIE SILICONEN BEVATTEN).
PROBLEMEN IN DE WERKING – OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Vorm waaier
Onderbroken straal
Geringe
verstuiving,
hoge dichtheid in
het midden
Te sterke
verneveling,
lage dichtheid in
het midden
Ongelijkmatige
waaier
Ongelijkmatige
waaier
Voor de verwerking van het spuitpistool moeten alle resten oplosmiddel en vloeibare verf verwijderd worden.
De bij de vervaardiging gebruikte materialen kunnen volledig worden gerecycled. Sorteer de onderdelen op materiaal en lever ze af bij de
daarvoor bedoelde verzamelcentra.
ANDERE RISICO'S
INSTALLATIE
• Sluit de persluchtleiding aan op het verbindingsstuk van het spuitpistool.
• Gebruik alleen leidingen die speciaal voor verfapplicaties zijn bedoeld en die de elektrische
continuïteit
equipotentiaalaardknooppunt aan het uiteinde dat niet aan het pistool is bevestigd, om de
aarding te garanderen.
• Reinig de leidingen van het spuitpistool met een oplosmiddel.
• Sluit het reservoir voor de verf met het verbindingsstuk aan op het spuitpistool..
• Regel de hoeveelheid gespoten verf met de regelaar.
1. Houd tussen het spuitpistool en het te bewerken oppervlak een afstand aan van 150 – 250 mm
(6-10 inch).
2. Houd het spuitpistool tijdens het werk op constante afstand van en loodrecht op het te
bewerken oppervlak zodat u een gelijkmatig resultaat verkrijgt.
3. Spuit in horizontale lijnen. Als de verflaag niet dekt, controleren of de druk misschien te laag is
of de afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak te groot
REINIGING VAN HET SPUITPISTOOL
Oorzaak
Lucht in het verfcircuit.
De verfstroom is te hoog voor de druk en
hoeveelheid lucht.
De druk en hoeveelheid lucht zijn te
hoog voor de verfstroom.
Resten materiaal op de openingen van de
vleugels, die de doorgang belemmeren.
Vuile of defecte spuitmond.
Vuile of defecte verpulveringskap.
Deze storing is te wijten aan een
vervorming tussen spuitmond en kop.
AFDANKEN VAN HET SPUITPISTOOL
garanderen.
Deze
leidingen
GEBRUIK
LET OP
Oplossing
• Draai de spuitmond aan met de bijgeleverde sleutel.
• Controleer of het reservoir niet leeg is.
• Controleer of de verbindingsopening niet verstopt is.
• Draai de pakkingsschroef aan of vervang de afdichting, indien ze
versleten is.
• Verlaag de verfstroom met de regelaar achter.
• Controleer of de verfstof niet te dicht is; eventueel verlengen.
• Verminder de hoeveelheid lucht en verhoog de verfstroom.
• Dompel de kop in het oplosmiddel.
• Reinig de openingen en maak ze vrij met een straal perslucht of een
houten punt.
• Het gebruik van metalen punten wordt afgeraden, om te voorkomen
dat de opening van de kop vervormd raakt.
• Reinig de kop en de spuitmond.
• Controleer of de twee onderdelen goed gecentreerd zijn.
• Controleer of de punt van de pen defect is.
• Vervang spuitmond en kop.
moeten
worden
aangesloten
op
een