•
Dit apparaat werkt op koelvloeistof van het type R410A.
•
De leidingen voor systemen die op R410A werken, verschillen mogelijk van
gewone koelleidingen omdat de leidingen voor systemen met R410A aan
een hogere druk moeten kunnen weerstaan. Meer gegevens vindt u in het
Informatieblad.
•
Sommige onderdelen en werktuigen die worden gebruikt voor de installatie
van systemen die op andere koelvloeistoftypes werken, kunnen niet
worden gebruikt voor systemen op R410A. Meer gegevens vindt u in het
Informatieblad.
Er wordt geen koelmiddel voor de langere leidingen in de buitenunit
meegeleverd als de buitenunit rechtstreeks uit de fabriek aangeleverd wordt.
Daarom moet in elk koelleidingsysteem op de installatielocatie worden bijgevuld
met extra koelmiddel. Daarnaast moeten voor onderhoudswerkzaamheden
de grootte en lengte van elke koelleiding en de extra bij te vullen hoeveelheid
koelmiddel worden ingevuld in de daarvoor bestemde ruimtes op het plaatje
voor de hoeveelheid koelmiddel op de buitenunit.
* Zet als het apparaat is gestopt onderdruk op de verlengstukken en het binnen-
apparaat en vul het apparaat bij met koelstof via de vloeistofafsluitkraan.
Voeg als het apparaat in werking is koelstof toe via de gaskeerklep met behulp
van een veiligheidsvulapparaat. Vul niet rechtstreeks vloeibare koelstof bij via
nl
de keerklep.
•
Bereken de extra hoeveelheid bij te vullen koelmiddel met behulp van de
•
Bereken de extra hoeveelheid bij te vullen koelmiddel met behulp van de
rechts beschreven procedure en vul de extra hoeveelheid koelmiddel bij.
•
Als minder dan 0,1 kg moet worden bijgevuld, rondt u de berekende
hoeveelheid bij te vullen koelmiddel naar boven af.
(Voorbeeld: als de berekende hoeveelheid bij te vullen koelmiddel 6,01 kg is,
rondt u de hoeveelheid af naar 6,1 kg.)
•
De hoeveelheid bij te vullen koelmiddel, die wordt berekend op basis van de
totale capaciteit van de binnenunits en de combinatie van langere leidingen
mag niet meer dan 22,8 kg zijn.
(Raadpleeg de handleiding op de website voor de capaciteit van de
binnenunits en de langere leidingen.)
Voer de volgende procedures uit om koelmiddel te verzamelen als u de binnen-
of buitenunit verplaatst.
1 Schakel de stroomonderbreker uit.
2 Sluit de lagedrukzijde van het meterverdeelstuk aan op de
onderhoudsopening van de gasafsluitkraan.
3 Sluit de vloeistofafsluitkraan.
4 Schakel de voedingsspanning in (stroomonderbreker).
* Ongeveer 3 minuten na het inschakelen van de voeding (netschakelaar)
wordt de communicatie tussen de binnen- en buitenunit gestart. Start
het leegpompen 3 tot 4 minuten na het inschakelen van de voeding
(netschakelaar).
5 Laat de unit proefdraaien met koeling (SW3-1: ON (AAN) en SW3-2: OFF
(UIT)). De compressor (buitenunit) en ventilatoren (binnen- en buitenunits)
starten en het proefdraaien met koeling begint. Na ongeveer vijf minuten te
hebben proefgedraaid met koeling zet u de onderhoudsschakelaar SW2-4
van de buitenunit (schakelaar voor leegpompen) van de stand OFF (UIT) in
de stand ON (AAN).
* Laat de unit niet lang draaien met de schakelaar SW2-4 in de stand ON
(AAN). Zet de schakelaar in de stand OFF (UIT) nadat het leegpompen
afgerond is.
* Zet SW3-1 alleen in de stand ON (AAN) als de unit gestopt is. Als de
unit gestopt is en SW3-1 minder dan 3 minuten na het stoppen van de
compressor in de stand ON (AAN) wordt gezet, kan er echter nog geen
koelmiddel worden opgevangen.
Wacht tot de compressor 3 minuten gestopt is en zet SW3-1 vervolgens
opnieuw in de stand ON (AAN).
•
Leidinggrootte
Leidinggrootte
Leidinggrootte
+
+
ø6,35
ø9,52
ø12,7
(
) × 19,0 (
)
(
) × 50,0 (
)
(
) × 92,0 (
m
g/m
m
g/m
m
Meegeleverde hoeveelheid
Modelnaam
PUMY-P250YBM
PUMY-P300YBM
<Voorbeeld>
Model buitenapparaat: PUMY-P250YBM A : ø9,52 30 m
Binnenapparaat 1: P63 (7,1 kW)
2: P63 (7,1 kW)
3: P63 (7,1 kW)
4: P63 (7,1 kW)
5: P40 (4,5 kW)
ø9,52 : A + a + b + c + d = 75 m
ø6,35 : e = 15 m
De totale capaciteit van aangesloten binnenunits wordt als volgt berekend:
7,1 + 7,1 + 7,1 + 7,1 + 4,5 = 32,9 (kW)
<Berekeningsvoorbeeld>
Extra koelstofvulling
50,0
19,0
75 ×
+ 15 ×
+ 4,0 = 8,1 kg (naar boven afgerondz)
1000
1000
6 Sluit de gasafsluitkraan volledig wanneer de druk op de manometer 0,05 -
0,00 MPa (ongeveer 0,5 - 0,0 kgf/cm
7 Stop airconditioner (SW3-1: OFF (UIT)). Zet de onderhoudsschakelaar van
de buitenunit SW2-4 van de stand ON (AAN) in de stand OFF (UIT).
8 Schakel de voedingsspanning (stroomonderbreker) uit.
* Als er teveel koelmiddel aan de airconditioner toegevoegd is, kan de druk
mogelijk niet dalen naar 0,05 MPa (0,5 kgf/cm
dan een koelmiddelopvangbak om al het koelmiddel uit de airconditioner op
te vangen. Vul vervolgens na het verplaatsen van de binnen- en buitenunits
de correcte hoeveelheid koelmiddel aan de airconditioner toe.
Totale capaciteit
Aantal
aangesloten
binnenunits
binnenunits
+
– 16,0 kW
2,5 kg
)
16,1 kW – 27,0 kW
3,0 kg
g/m
27,1 kW – 31,0 kW
3,5 kg
31,1 kW – 34,0 kW
4,0 kg
34,1 kW – 36,5 kW
4,5 kg
36,6 kW – 39,0 kW
5,0 kg
39,1 kW – 41,0 kW
5,5 kg
41,1 kW –
6,1 kg
koelmiddel
9,3 kg
a : ø9,52 15 m
b : ø9,52 10 m
Bij onderstaande
c : ø9,52 10 m
voorwaarden:
d : ø9,52 10 m
e : ø6,35 15 m
2
) daalt.
2
). Als dit gebeurt, gebruik