Onderhoud
Voorwaarden
Reserveonder-
deeln/Gereed-
schapn
Instructies over
de handelwijze
30
9.2.1 Pomp spoelen
à
Spoel de pomp vóór het uitschakelen onder atmosferische
omstandigheden (omgevingsdruk) ongeveer 5 minuten
met lucht (indien nodig om veiligheidsredenen: met een
inert gas).
9.2.2 Pomp reinigen
à
Reinig de pomp alleen met een vochtige doek en niet-ont-
vlambare reinigingsmiddelen.
à
Blaas de onderdelen schoon als er perslucht aanwezig is.
9.3 Membraan en ventielplaten/dichtingen
vervangen
à
Koppel de pomp los van het elektriciteitsnet en zorg er-
voor dat deze niet onder spanning staat.
à
Reinig de pomp en zorg ervoor dat de pomp geen gevaar-
lijke stoffen meer bevat.
à
Verwijder de slangen aan de zuig- en drukzijde van de
pomp
à
Verwijder zo nodig aanbouwdelen zoals geluidsdemper,
aanzuigfilter etc.
Reserveonderdeel/Gereed-
schap
Set reserveonderdelen*
Torx TX10-schroevendraaier
met draaimomentweergave
Tab.15: Reserveonderdelen/Gereedschap
*volgens hoofdstuk 10 Reserveonderdelen en accessoires [
Membraan en ventielplaten/dichtingen zijn de enige slijtdelen
van de pomp. Ze kunnen eenvoudig worden vervangen.
In principe moeten ventielplaten/dichtingen en membraan te-
gelijkertijd worden vervangen. Als de ventielplaten/dichtingen
niet tegelijk met het membraan worden vervangen, is de ge-
specificeerde capaciteit en het eindvacuüm van de pomp na
het onderhoud niet gegarandeerd.
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, KNF
Laboratoriumpomp Laboport® N96
Aantal
1
1
323241-323242 06/22
}
40]