Netaansluiting controleren
LET OP
•
Zorg dat in het gebouw een afzekering van
10 A aanwezig is.
•
Controleer of de netaansluiting op locatie
overeenkomt met de voorbedrade netaan-
sluiting van de besturing.
•
Mocht de netaansluiting afwijken, is het op-
nieuw bedraden van de besturing noodza-
kelijk.
6.
Motoraansluitleiding
a
Afb.
De motoraansluitleiding is voorgeproduceerd voor de mo-
tor en de digitale eindschakelaar DES. Het aansluiten gebeurt via
vast leidingwerk voor de motoraansluitleiding en wordt aangeslo-
ten op de betreffende stekkerverbindingen. Gebruik een digitale
eindschakelaar volgens PL c conform EN 13849-1 (DES3,
DES4).
b
Detail
veerbreukbeveiliging / afrolbeveiliging
Bij activering van een veerbreukbeveiliging moet de besturing
door een veerbreuk- of afrolbevestigingsschakelaar tegen her-
starten worden beveiligd. De schakelaars moeten als gedwongen
breekcontacten volgens EN 60947-5-1, bijlage K worden gebruikt.
De schakelaars worden bij vast leidingwerk aangesloten op de
klemmenstrook van de DES.
7.
Externe commandogever
Wordt een externe commandogever aangesloten op de aanslui-
ting J1 van de besturing, zijn de volgende varianten beschikbaar:
a
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met
OPEN, STOP en DICHT.
b
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met
OPEN en DICHT.
c
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met een
schakelvolgorde OPEN- STOP-DICHT
•
J1.3 - ½ deuropening
•
J1.4 - volledige deuropening
Menupunt 50 instellen op de waarde 1.
d
Afb.
Aansluiting op J7 voor externe commandogever met een
schakelvolgorde OPEN-DICHT
Menupunt 50 instellen op de waarde 0 (fabrieksinstelling), zie ook
Functie sleutelschakelaar (optioneel) in hoofdstuk Bediening.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
VOORZICHTIG
deur
Personen kunnen bij het sluiten van de deur wor-
den aangestoten of botsen met de deur.
•
Monteer externe pulsgevers altijd in het
zicht van de deur.
•
De deur moet zichtbaar zijn vanaf de bedie-
ningslocatie.
8.
Fotocel
De fotocel aansluiten op basis van de volgende varianten:
a
Afb.
2-draadsfotocel LS2
b
Afb.
4-draadsfotocel LS5 met testen
c
Afb.
Reflectiefotocel
Kies daarna de betreffende fotocel bij menupunt 36.
Bij het kiezen van de waarde 3 "Fotocel ingebouwd in kozijn",
voert de besturing bij de volgende beweging richting DICHT een
inleerbeweging uit voor positieherkenning.
Deze inleerbeweging wordt op het LED-display gesignaleerd met
de waarde E10.
LET OP
Inleerbeweging niet onderbreken
De inleerbeweging mag niet worden gestoord,
om geen verkeerde positie te registreren.
9.
Deuraansluitdoos
a
Afb.
De deuraansluitdoos maakt het aansluiten van een sluit-
kantbeveiliging, loopdeurcontact en slapkabelschakelaar moge-
lijk. Het loopdeurcontact en de slapkabelschakelaar zijn elektrisch
in serie aangesloten en worden bewaakt door de besturing. Is
een loopdeur aanwezig, wordt het loopdeurcontact (model Entry-
sense 6k8) aangesloten op de deuraansluitdoos. Verwijder hier-
voor de 2 kohm-weerstand van de deuraansluitdoos, waar de En-
trysense op wordt aangesloten en deze hier aansluiten. De Entry-
sense is volgens PL C conform EN 13849-1 gekeurd en wordt be-
waakt door de deurbesturing.
Als slapkabelschakelaars moeten gedwongen schakelaars vol-
gens EN 60947-5-1, bijlage K worden gebruikt. De voedingslei-
ding vanaf de deuraansluitdoos moet beschermd tegen beschadi-
gingen op het deurblad worden gelegd. Bij pulsbedrijf een sluit-
kantbeveiliging aansluiten en de betreffende instelling kiezen bij
menupunt 35. Door lang indrukken van de prog-knop
nupunt 35, wordt de gemeten weerstandswaarde van de 8k2-
sluitkant weergegeven. Voorbeeld: Waarde 82 betekent 8k2.
Door het kort drukken op de prog-knop
geannuleerd.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
VOORZICHTIG
deur
Het drukgolfprofiel mag alleen worden gebruikt
met testen.
•
Kies hiervoor bij menupunt 35 de waarde 2.
10. STOP-circuit
a
Afb.
Aansluiting noodstop
De noodstop-schakelaar aansluiten op de aansluitklem J4.3/4.
b
Afb.
Aansluiting intrekbeveiliging
Ter bescherming tegen intrekking kan bij vast leidingwerk een in-
trekbeveiliging met analyse-eenheid worden aangesloten op het
veiligheidscircuit J4.3/4. De analyse-inrichting moet volden aan
PL c cat3 volgens EN 13849-1.
11. Sleutelschakelaar / trekschakelaar
a
Afb.
Bij het aansluiten van een sleutelschakelaar / trekschake-
laar op aansluitklem J7 moet de besturing hiervoor worden gepro-
grammeerd. Kies de gewenste functie bij menupunt 50.
12. Draadloze ontvanger
Voor het gebruik van een handzender de ontvangermodule (op-
tie) op J11 steken (afb.
J12. Voor het inleren van de handzender de aanwijzingen onder
Draadloze handzender inleren in hoofdstuk Programmering op-
volgen.
13. Relaisuitgangen
De
besturing
heeft
(250 V AC / 2 A, 24 V DC / 1 A).
De 24 V-uitgang bij aansluiting X8 mag met max. 200 mA worden
belast.
Kies de gewenste relaisfunctie bij menupunt 45 en 46. Is bij me-
nupunt 40 AR-bedrijf (waarde 3 of 4) gekozen, is aansluiting X6
toegewezen aan de functie voorwaarschuwingslamp.
a
Afb.
Aansluiting van een optische rood-/groen-signaalgever.
Kies bij menupunt 45 de waarde 0 en bij menupunt 46 de waar-
de 1.
b
Afb.
Aansluiting voor onderlinge vergrendeling van 2 deuren
(sluisschakeling). Kies bij menupunt 50 de waarde 2 of 3 en bij
menupunt 45 de waarde 0.
c
Afb.
Aansluiting voor onderlinge vergrendeling van 3 deuren
(sluisschakeling). Kies bij menupunt 50 de waarde 2 of 3 en bij
menupunt 45 evenals menupunt 46 de waarde 0.
14. Lichtgordijn
Als alternatief voor de sluitkantbeveiliging kan een lichtgordijn
worden gebruikt. Hierbij het lichtgordijn op de klemmen aanslui-
a
ten volgens afb.
of afb.
de 0 instellen.
T100 DES
wordt de weergave
a
) en de antenne aansluiten op klem
twee
potentiaalvrije
wisselcontacten
b
. Hiervoor bij menupunt 35 de waar-
bij me-
NL - 73