Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Bijkomende veiligheidsvoorschriften bij gebruik samen met een hijsmiddel
Houd rekening met de wettelijke voorschriften betreffende het gebruik en de periodieke keuring van
hijsmiddelen. Hiervoor verwijzen wij naar de van kracht zijnde wetgeving.
Alvorens met het hijs en te beginnen:
1.
Controleer de goede werking van het hijsmiddel;
2.
Vergewis U ervan dat de haken van het hijsmiddel goed in de voorziene ogen van het werktuig zitten;
3.
De haken van het hijsmiddel moeten uitgerust zijn met een blokkeerklep (veiligheidshaaksysteem) om te
voorkomen dat het werktuig tijdens manipulatie kan loskomen;
4.
Eventuele andere hijscomponenten dienen afgestemd te zijn op het maximale hijsvermogen van het
hijsmiddel;
5.
Vergewis er U van dat de vier (4) lussen van de big-bag correct in het werktuig zijn ingehaakt;
6.
Vergewis er U van dat er zich geen andere personen dan deze noodzakelijk voor het bedienen van
werktuig en hijsmiddel in het werkgebied bevinden;
7.
Begin het optillen van de last voorzichtig, vermijd schokken. Zorg ervoor dat steeds een volledig zicht
aanwezig is op de bewegende last;
8.
Hou de snelheid bij het heffen in het oog, deze mag niet meer zijn dan 22 m/min bedragen;
9.
Vermijd botsen van de last, zorg dat de last nergens achter kan blijven hangen;
10.
Stippel het manoeuvreren zodanig uit dat de last niet over mensen moet komen, of over plaatsen waar
het eventueel onvoorziene vallen van de last een extra risico zou betekenen;
11.
Maak nooit diagonale bewegingen! Eerst verticaal heffen, daarna pas horizontaal positioneren. Nooit
lasten zijwaarts trekken;
12.
Verlaat nooit Uw werkpostterwijl het werktuig nog in de lucht hangt (met of zonder last);
13.
Hijs nooit personen met of mede met behulp van eenhijsmiddel;
14.
Stop de hijswerkzaamheden indien U een onregelmatigheid vaststelt en verwittig een verantwoordelijk
persoon;
15.
Het is ten allen tijde verboden zich onder de last te begeven.
4.
Controles voor gebruik
Het is van belang dat het werktuig voor ieder gebruik op beschadigingen wordt gecontroleerd (vb. geplooide
of ontbrekende onderdelen, scheurtjes in de lasnaden).
Een beschadigd werktuig mag nooit ingezet worden. Bij geconstateerde beschadigingen
verwittigd U het verantwoordelijk personeel voor verdere actie.
Na een eventuele herstelling dient het werktuig opnieuw gekeurd te worden door een
erkend controleorganisme.
5.
Preventief onderhoud
Het werktuig is niet onderhevig aan periodiek onderhoud. Niettemin verdient het aanbeveling rekening te
houden met volgende richtlijnen:
1.
Sla het werktuig op in een droge en goed geventileerde ruimte;
2.
Plaats geen materialen op het werktuig bij opslag;
3.
Behandel eventuele roestvorming;
4.
Bij geconstateerde beschadigingen verwittigd U het verantwoordelijk personeel voor verdere actie.
5
Publicidad
