Balk
2 × oranje
1 × oranje
1 × rood
1 × rood knipperend
Als de eBike-accu geladen wordt, knippert de bovenste balk
van de accu-oplaadaanduiding (3).
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt op de bedieningseenheid met de toetsen (8) en (9)
instellen hoe sterk de eBike-aandrijving u bij het trappen on-
dersteunt. Het ondersteuningsniveau kan op elk moment,
ook tijdens het fietsen, gewijzigd worden en krijgt u in kleur
te zien.
Niveau
Aanwijzingen
OFF
De motorondersteuning wordt uitgeschakeld,
de eBike kan als een normale fiets alleen door
te trappen voortbewogen worden.
ECO
Effectieve ondersteuning met maximale effici-
ëntie, voor maximaal bereik
TOUR
Gelijkmatige ondersteuning, voor tochten met
een groot bereik
TOUR+
Dynamische ondersteuning voor natuurlijk en
sportief fietsen
eMTB/
Optimale ondersteuning op elk terrein, sportief
SPORT
vertrekken, verbeterde dynamiek, maximale
prestaties
TURBO
Maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief fietsen
AUTO
De ondersteuning wordt dynamisch aan de rij-
situatie aangepast.
RACE
Maximale ondersteuning op het eMTB-par-
cours; zeer direct aanspreekgedrag en maxima-
le „Extended Boost" voor de best mogelijke
prestaties in competitiesituaties
CARGO
A)
Gelijkmatige, krachtige ondersteuning om zwa-
re gewichten veilig te kunnen vervoeren
A) Het ondersteuningsniveau CARGO kan ook een andere bena-
ming hebben.
De beschrijvingen en inrichting van de ondersteuningsniveaus kunnen
door de fabrikant voorgeconfigureerd en door de fietsdealer geselec-
teerd worden.
Ondersteuningsniveau aanpassen
De ondersteuningsniveaus kunnen binnen bepaalde grenzen
met behulp van de eBike Flow aangepast worden. Zo heeft u
de mogelijkheid om uw eBike aan uw persoonlijke behoeften
aan te passen.
Het aanmaken van een geheel eigen modus is niet mogelijk.
U kunt alleen de modi aanpassen die door de fabrikant of de
dealer op uw systeem vrijgegeven werden. Dat kunnen ook
minder dan 4 modi zijn.
Vanwege technische beperkingen kunnen de modi eMTB
en TOUR+ niet door u aangepast worden. Bovendien kan het
Bosch eBike Systems
Capaciteit
30 % ... 21 %
20 % ... 11 %
10 % ... reserve
reserve ... leeg
zijn dat vanwege de beperkingen in uw land geen aanpassing
van een modus kan plaatsvinden.
Voor de aanpassing heeft u de beschikking over de volgende
parameters:
– ondersteuning in verhouding tot de basiswaarde van de
modus (binnen de wettelijk vastgelegde grenzen)
– aanspreekgedrag van de aandrijving
– snelheidsbegrenzing (binnen de wettelijk vastgelegde
grenzen)
– maximaal koppel (binnen de grenzen van de aandrijving)
De parameters zijn onderling afhankelijk en beïnvloeden el-
kaar wederzijds. Zo is bijvoorbeeld het gelijktijdig instellen
van een lage koppelwaarde en een hoge ondersteuning van-
wege het principe niet mogelijk.
Aanwijzing: Denk eraan dat uw gewijzigde modus dezelfde
positie, naam en kleur op alle boordcomputers en bedie-
ningselementen houdt.
Samenspel van het eBike-systeem met de
versnellingen
Ook met eBike-aandrijving moet u de versnellingen als bij
een gewone fiets gebruiken (neem hiervoor goed nota van
de gebruiksaanwijzing van uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam
om tijdens het schakelen even met minder kracht op de pe-
dalen te trappen. Daardoor wordt het schakelen vergemak-
kelijkt en de slijtage van de aandrijflijn beperkt.
Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
Controleer telkens voordat u gaat fietsen of uw fietsverlich-
ting correct werkt.
Voor het inschakelen van de fietsverlichting drukt u langer
dan 1 s op de toets (9).
Met de toetsen (11) en (10) kunt u de helderheid van de
leds op de bedieningseenheid regelen.
Duwhulp in-/uitschakelen
De loopondersteuning kan het duwen van de eBike gemakke-
lijker maken. De snelheid in deze functie is afhankelijk van
de ingeschakelde versnelling en kan maximaal 4 km/h berei-
ken.
De functie duwhulp mag uitsluitend bij het duwen van
u
de eBike gebruikt worden. Hebben de wielen van de
eBike bij het gebruik van de duwhulp geen contact met de
bodem, dan bestaat verwondingsgevaar.
Voor het starten van de loopondersteuning drukt u langer
dan 1 s op de toets (8) en houdt u de toets ingedrukt. De op-
laadaanduiding (3) gaat uit en een wit looplicht in rijrichting
laat zien dat de functie gereed is voor gebruik.
Voor het activeren van de loopondersteuning moet binnen
de volgende 10 s een van de volgende acties plaatsvinden:
– Duw de eBike vooruit.
– Duw de eBike achteruit.
– Voer met de eBike een zijwaartse pendelbeweging uit.
Nederlands – 3
0 275 007 3RL | (09.03.2022)