•
Verwijder de afdekking van de stroomverdeler.
•
Plaats de gateway op de DIN-rail (zie afbeelding 3). Let op dat de
tekst op het apparaat en op het display voor u leesbaar is.
•
Let op dat de vastzetveer volledig is vastgeklikt en het apparaat
vast op de rail zit (zie afbeelding 4).
•
Voor de aansluiting en het loshalen van de geleiders moet de
witte bedieningstoets boven op de klem worden ingedrukt (zie
afbeelding 5).
•
Bedraad het apparaat overeenkomstig het bedradingsschema in
afbeelding 6.
Sluit de DALI-bus aan op de betreffende klemmen (B) (zie afbeel-
•
ding 6).
•
Sluit de neutrale geleider en de buitendraad voor de voeding van
de gateway aan op de klem (G) (zie afbeelding 6).
Steek de netkabel in de ethernetaansluiting (F) en verbind hem
•
met een router (zie afbeelding 6).
De netklemmen mogen alleen worden gebruikt voor de aansluiting
van de netspanning op het apparaat. Het doorverbinden (doorlussen)
van draden via de netklemmen van het apparaat naar andere appa-
raten is niet toegestaan!
•
Plaats de afdekking van de stroomverdeler terug.
•
Schakel de hoofdzekering weer in (zie afbeelding 7) om de in-
leermodus van het apparaat te activeren (zie '5.3 Inleren' op pa-
gina 104).
Na de installatie en vóór het inleren van het apparaat op de app staan
al eenvoudige bedieningsfuncties direct aan het apparaat ter beschik-
king (bijv. voor testdoeleinden) (zie '6 Bediening' op pagina 105).
Inbedrijfstelling
103