Nagellengte in beton
ET
8 Bediening
WAARSCHUWING
Het apparaat kan gebruiksklaar worden gemaakt door
het tegen een lichaamsdeel (zoals een hand) te drukken.
Wanneer het apparaat gereed voor gebruik is, bestaat de
mogelijkheid dat een element in een lichaamsdeel wordt
gedreven. Druk het apparaat nooit tegen lichaamsde-
len.
WAARSCHUWING
Tijdens het indrijven kan er materiaal worden afgesplin-
terd of materiaal van patroonstrips naar buiten worden
geslingerd. Daarom dient u (gebruikers en personen
in de omgeving) een geschikte veiligheidsbril en een
veiligheidshelm te dragen. Afgesplinterd materiaal kan
lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Het indrijven van de bevestigingselementen wordt door
de ontsteking van een voortstuwlading geactiveerd. U
(gebruiker en personen in de omgeving) dient ge-
hoorbescherming te dragen. Te hard geluid kan het
gehoor beschadigen.
WAARSCHUWING
Drijf een bevestigingselement nooit een tweede
keer in. Dit kan leiden tot elementbreuken en
-beklemmingen.
WAARSCHUWING
Drijf geen elementen in bestaande gaten, behalve
wanneer dit door Hilti wordt aanbevolen (bijv. DX-
kwik).
ATTENTIE
Indien het apparaat oververhit is, dient u het af te la-
ten koelen. Overschrijd de maximale indrijffrequentie
niet.
ET
Penetratiediepte: 22 mm (max. 27 mm) (⁷⁄₈"
(max. 1"))
8.1 Gedrag bij haperende ontsteking van patroon
Wanneer de ontsteking hapert of de patroon niet ont-
steekt, gaat u als volgt te werk:
Houd het apparaat gedurende 30 seconden tegen het
werkoppervlak gedrukt.
Wanneer de patroon nog steeds niet ontsteekt, neem het
apparaat dan van het werkoppervlak en let erop dat het
niet op u of een andere persoon gericht is.
Transporteer de patroonstrip door het apparaat verder te
repeteren; maak de overige patronen van de patroonstrip
op Verwijder de opgebruikte patroonstrip en doe dit op
een zodanige wijze dat hergebruik of oneigenlijk gebruik
uitgesloten is.
8.2 Apparaat laden 3
1.
Schuif de nagel, met de kop eerst, vanaf de voorzijde
in het apparaat, tot het ronde stiftgedeelte van de
nagel in het apparaat wordt gehouden.
2.
Schuif de patroonstrip, met het smalle einde voor-
aan, van onderaf in de handgreep, tot de patroon-
strip volledig in de handgreep verzonken is.
3.
Als een reeds gebruikte patroonstrip gebruikt wordt,
de patroonstrip met de hand naar boven uit het
apparaat trekken, tot zich een ongebruikte patroon
in het magazijn bevindt.
8.3 Vermogen instellen
1.
De patroonsterkte overeenkomstig de toepassing
kiezen.
2.
Als ervaringswaarden niet aanwezig zijn beginnen
met de minimale instelling: Kies de zwakste pa-
troonkleur.
3.
Drijf een nagel in.
Wanneer de nagel niet diep genoeg is binnenge-
drongen, eventueel een sterkere patroon of een
kortere nagel gebruiken.
8.4 Indrijven 4
WAARSCHUWING
De veiligheidsaanwijzingen in de handleiding in acht
nemen.
1.
Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkoppervlak.
nl
97