Storingen verhelpen
Apparaat werkt niet.
Batterijindicator brandt rood.
Apparaat is niet opgeladen.
▸ Laad het apparaat op.
Het apparaat gaat niet aan.
Plasma-indicatie knippert rood.
Activeringsgedeelte is ingedrukt.
▸ 1. Laat het activeringsgedeelte los.
▸ 2. W anneer het activeringsgedeelte na indrukken
niet vanzelf loskomt, neem dan contact op met de
klantenservice.
Het apparaat gaat niet aan.
Apparaat is niet opgeladen.
▸ Laad het apparaat op.
Geurvermindering is niet zoals normaal.
Plasma activeert zichzelf niet en plasmaindicatie blijft wit.
▸ Druk het apparaat sterker op het weefsel.
▸ Beweeg het apparaat sneller.
▸ Controleer of het weefsel te nat is.
Plasmagedeelte is vervuild en produceert geen gelijkmatig
plasma.
▸ Reinig het apparaat regelmatig.
Plasmaproductie stopt niet wanneer het apparaat wordt
opgetild.
Activeringsgedeelte klemt en veert niet vanzelf naar buiten.
▸ 1. Laat het activeringsgedeelte los.
▸ 2. W anneer het activeringsgedeelte na indrukken niet vanzelf
loskomt, neem dan contact op met de klantenservice.
Apparaat laadt niet op.
Omgevingstemperatuur is te hoog of te laag.
▸ Laad het apparaat in een warmere of koudere omgeving op.
Apparaat wordt niet van stroom voorzien.
▸ Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▸ Controleer de laadkabel.
▸ Controleer de zekering in de meterkast.
Apparaat geeft tijdens gebruik een pulserend geluid af.
Plasma-indicatie knippert lila.
Te nat weefsel langer dan 1 seconde behandeld.
▸ Laat het weefsel drogen.
Plasma-indicatie verandert tijdens de werking in wit.
Bewegingssnelheid is niet voldoende.
▸ Beweeg het apparaat sneller over het weefsel.
Apparaat knippert rood.
Apparaattemperatuur is te hoog.
▸ Gebruik het apparaat in een warmere of koudere omgeving.
nl
55