Inhoud
1. Toepassing
2 Technische gegevens
3. Montage wandapparaat
4. Veiligheidsinstructies
5. Elektrische aansluiting
6. In bedrijf stellen
7. Extra functies
8. Technische informatie
9. Onderhoud
10. Levering en garantie
11. Displaymeldingen en systeemanalyse
van de elektronische regeling
12. Programmering van de regeling in niveau 1
13. Programmering van de regeling in niveau 2
1. Toepassing
Lucht/lucht-warmtewisselaars (LLWW) zijn ontwikkeld en ge-
bouwd om overtollige warmte uit behuizingen af te voeren, resp.
de lucht in de behuizingen te koelen. Hierdoor worden tempera-
tuurgevoelige componenten tegen oververhitting beschermd. Bij-
zonder geschikt zijn LLWW's bij aggressieve omgevingslucht om-
dat deze door de twee gescheiden luchtcircuits niet binnen in de
kast kan komen. Voorwaarde voor het gebruik is een omgeving-
stemperatuur die onder de gewenste behuizingtemperatuur ligt.
2. Technische gegevens
(zie tabel 2.1)
3. Montage wandapparaat
Het wandapparaat kan standaard naar wens worden aan- of inge-
bouwd. Uitsparingen en boorgaten overeenkomstig afb. 3.1 uit
het montagevlak snijden.
3.1 Montage aanbouw
Snijd de bijgeleverde afdichtingen op maat en plak ze overeen-
komstig afb. 3.2 op het apparaat, schroefdraadstiften achter op
het apparaat in de blinde moeren draaien. Vervolgens het appa-
raat met ringen en moeren bevestigen.
3.2 Montage inbouw
Verwijder eerst de roosters en het tussenstuk.
Snijd de bijgeleverde afdichtingen op maat en plak ze overeen-
komstig afb. 3.2 op het apparaat. Draai moeren en ringen los en
bevestig het apparaat met de ringen en moeren aan de kast.
4. Veiligheidsinstructies
De volgende veiligheidsinstructies zijn van toepassing om de ap-
paraten correct te kunnen inzetten:
Om te voorkomen dat de behuizing met gemonteerde LLWW
●
omkantelt, dient u de behuizing aan de vloer vast te schroeven.
Om de deur van de behuizing probleemloos te kunnen openen
●
en sluiten, is een oplooprol noodzakelijk.
Het transporteren van een behuizing met gemonteerde LLWW
●
is uitsluitend toegestaan wanneer de warmtewisselaar met een
transportbeveiliging wordt ondersteund.
Voor de montage er op letten dat
de opstelling van de behuizing en daarmee de plaatsing van de
●
LLWW zodanig is dat een goede be- en ontluchting gegaran-
deerd is;
de plaats van opstelling niet te vuil en te vochtig is;
●
de opening van de luchtaanzuiging zich in het bovenste deel
●
van de behuizing bevindt;
de op het typeplaatje van het apparaat aangegeven netaansl-
●
uitgegevens corresponderen met de aanwezige netspanning;
Montage-instructie Rittal lucht/lucht-warmtewisselaars
de omgevingstemperatuur niet hoger is dan +55°C;
●
de verpakking niet is beschadigd. Elke verpakkingsschade
●
kan de oorzaak zijn van een latere storing;
de behuizing aan alle kanten is afgedicht (IP 54);
●
de afstand tussen de apparaten onderling of tot de muur
●
tenminste 200 mm is;
luchtin- en uittrede binnen niet zijn geblokkeerd;
●
apparaten enkel horizontaal conform de voorgeschreven
●
positie worden ingebouwd;
de elektrische aansluiting en evt. reparatie
●
uitsluitend wordt uitgevoerd door gekwalificeerde vakmensen.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen!
het vermogensverlies van de in de behuizing ge nstalleerde
●
componenten mag het vermogen van de LLWW's niet over-
schrijden;
de klant zelf mag geen modificaties aan de LLWW uitvoeren.
●
5. Elektrische aansluiting
De aansluitspanning en -frequentie moet overeenkomen met de
op het typeplaatje aangegeven nominale waarden.
De LLWW moet via een scheidingsschakelaar op het net worden
aangesloten. De scheidingsschakelaar moet in uitgeschakelde
toestand een contactopening van tenminste 3 mm hebben.
Ter beveiliging van de kabel moet de op het typeplaatje aangege-
ven primaire zekering worden gemonteerd. Houd bij het installe-
ren rekening met de ter plaatse geldende voorschriften!
6. In bedrijf stellen
Na montage van het apparaat kan de elektriciteit worden aange-
sloten. De warmtewisselaar werkt automatisch, d.w.z. na het elek-
trisch aansluiten werkt de binnenventilator continu en wordt de
lucht in de kast permanent gecirculeerd. De ingebouwde regelaar
(instelling van de gewenste temperatuur in de kast; fabrieksinstel-
ling +35°C) zorgt er voor dat de koelcyclus automatisch wordt on-
derbroken zodra de waarde van de door de fabriek ingestelde
hysterese van 5 K wordt bereikt.
6.1 Instellen van de gewenste temperatuur St1
(kastbinnentemperatuur)
de kastbinnentemperatuur te wijzigen, drukt u op toets „K1" tot
Om
„°1" op het display verschijnt. Bevestig deze waarde vervolgens
door op de toets „Set" te drukken. De gewenste waarde kan nu
met de toetsen K1 en K2 worden gewijzigd. Druk vervolgens net
zo lang op de toets „Set" tot de actuele kastbinnentemperatuur op
het display verschijnt.
H2 = Toets
H1 = Display
H3 = Toets
Afb. 6.1 Elektronische regeling
6.2 Bediening van de elektronische regeling
(zie diagram 12.1 Programmering)
Display H1 is een 7-segments display met drie posities voor het
weergeven van de temperatuur in °C of °F (omschakelbaar) en
van foutcodes.
Verwijzing
K1
H4 = Toets Set/°F
K2
15
NL