Aanvullende veiligheidsvoorschriften
■
Tijdens gebruik mogen zich binnen een straal
van 15 meter geen andere personen of dieren
bevinden. Degene die het apparaat bedient, is
op de plaats van gebruik verantwoordelijk voor
derden.
■
Houd het apparaat en de zwaardkoker in
goede conditie, om letsel te voorkomen.
■
Bij kinderen is supervisie noodzakelijk om er-
voor te zorgen dat ze niet met het apparaat
spelen.
■
Gebruik het apparaat pas wanneer u zich er-
mee vertrouwd voelt.
■
Werk niet met een beschadigd, onvolledig of
zonder toestemming van de fabrikant gemodifi-
ceerd apparaat. Gebruik het apparaat nooit als
de veiligheidsvoorzieningen defect zijn. Gebruik
het apparaat niet als de aan-/uitknop defect is.
Controleer het apparaat voor gebruik op veilig-
heid, in het bijzonder het zwaard. Controleer
het apparaat op duidelijke schade of defecten
als u het hebt laten vallen.
■
Schakel het apparaat nooit in voordat u het
deugdelijk hebt gemonteerd.
■
Zorg ervoor dat het apparaat bij het inschakelen
en tijdens het werk niet met de grond, stenen,
draad of andere oneigenlijke voorwerpen in
aanraking komt. Schakel het apparaat uit voor-
dat u het weglegt.
■
Het apparaat is ontworpen voor bediening met
twee handen. Werk nooit met één hand. Als
u van plaats verandert, let er dan op dat het
apparaat is uitgeschakeld en dat uw vinger de
aan-/uitknop niet aanraakt. Draag het appa-
raat met achterwaarts gericht zwaard. Breng
voor het transport de beschermkoker van het
zwaard aan.
■
64
│
NL │ BE
Vóór de ingebruikname
Accupack opladen (zie afb. B)
VOORZICHTIG!
►
Trek altijd de stekker uit het stopcontact, voor-
dat u het accupack uit de oplader haalt of in
de oplader plaatst.
OPMERKING
►
Laad het accupack nooit op als de omge-
vingstemperatuur lager is dan 10 °C of ho-
ger is dan 40 °C. Als een lithium-ion-accu
langere tijd moet worden opgeslagen, moet
de laadtoestand periodiek worden gecontro-
leerd. De optimale laadtoestand ligt tussen
50% en 80%. De accu moet worden opge-
slagen in een koele, droge omgeving met een
temperatuur tussen 0 °C en 50 °C.
Plaats het accupack r in de snellader z
♦
(zie afb. B).
♦
Steek de stekker in het stopcontact. De groene
controle-LED voor opladen p licht kort op,
daarna brandt de rode controle-LED voor
opladen o.
De groene controle-LED voor opladen p geeft
♦
aan dat het opladen is voltooid en dat het accu-
pack r klaar is voor gebruik.
LET OP!
Als de rode controle-LED voor opladen o
♦
knippert, is het accupack r oververhit en
kan het niet worden opgeladen.
Als de rode en de groene controle-LED o/p
♦
tegelijkertijd knipperen, is het accupack r
defect.
Schuif het accupack r in het apparaat.
♦
♦
Schakel de oplader tussen twee opeenvolgende
oplaadcycli minstens 15 minuten uit. Haal daar-
voor de stekker uit het stopcontact.
PTHSA 20-Li B3