20. Error CodE disPLAy
ERROR POSITIE
E R R O R
ALARM
CODE
Eerste test fase
E1 lamp.
E2 lamp.
E3 lamp.
E4 lamp.
Test tijdens de
E10
voorgloeiperiode
E11
E12
E14
Test tijdens het
E20
starten van de
motor
E21
E22
E24
Temp.
Alarm piept
Lamp.
E30
Alarm
piept erg
langzaam
E31
Alarm piept
langzaam
Tijdens elke fase
CC1
CC2
CC3
102
ALARM OMSCHRIJVING
De test op de voorgloei warmte sensor
geeft een lagere gemeten temperatuur
aan als voorgeschreven.
De test op de voorgloei warmte sensor
geeft een lagere gemeten temperatuur
aan als voorgeschreven.
De meting van de koelvloeistof tempe-
ratuur geeft een hogere temperatuur
van het water aan als de toegestane
temperatuur.
De meting van de koelvloeistof tempe-
ratuur geeft een lagere temperatuur van
het water aan als de toegestane arbeids
temperatuur.
De veiligheidstest geeft aan dat de
aftakas nog is ingeschakeld.
De veiligheidstest geeft aan dat de
parkeer rem uitgeschakeld is.
De veiligheidstest geeft aan dat de
bestuurder niet op de zitting heeft plaats
genomen.
De veiligheidstest geeft aan dat het motor
comparitment geopend is.
De veiligheidstest geeft aan dat de
aftakas nog is ingeschakeld.
De veiligheidstest geeft aan dat de
parkeer rem uitgeschakeld is.
De veiligheidstest geeft aan dat de
bestuurder niet op de zitting heeft plaats
genomen.
De veiligheidstest geeft aan dat het motor
comparitment geopend is.
De temperatuur test van het koelwater
geeft aan dat de motor temperatuur
hoger is als 100° C.
De grascontainer is vol en de aftakas staat
ingeschakeld.
De luchtfilters zitten vol
Er is kortsluiting bij de gloeibougie.
Er is kortsluiting bij de motorstop.
Er is kortsluiting bij de alarm buzzer.
MOGELIJKE OOR- ZAKEN OF/
TIJDSDUUR ALARM
OPLOSSINGEN
De voorgloei warmte sensor
Tot dat de oorzaak is opgelost.
werkt waarschijnlijk niet
goed.
De voorgloei warmte
Tot dat de oorzaak is opgelost.
sensor werkt waarschijnlijk
niet goed
1. De koelvloeistof sensor is
Tot dat de oorzaak is opgelost.
niet goed gemonteerd. 2. Er
moet koelvloeistof worden
bijgevuld.
1. De koelvloeistof sensor
Tot dat de oorzaak is
is niet goed gemonteerd.
opgelost. .
2. De motor moet nog op
temperatuur komen.
Schakel de aftakas uit.
Tot dat de oorzaak is opgelost.
Schakel de parkeer rem in
Tot dat de oorzaak is opgelost.
De bestuurder moet plaats
Tot dat de oorzaak is opgelost.
nemen op de zitting.
Sluit het motorcompartiment.
Tot dat de oorzaak is opgelost.
Schakel de aftakas uit.
Tot dat de oorzaak is opgelost
en de motor word gestart.
Schakel de parkeer rem in
Tot dat de oorzaak is opgelost
en de motor word gestart.
De bestuurder moet plaats
Tot dat de oorzaak is opgelost
nemen op de zitting.
en de motor word gestart.
Sluit het motorcompartiment.
Tot dat de oorzaak is opgelost
en de motor word gestart.
Zet de aftaksas uit en laat de
Wanneer de temperatuur weer
motor op een laag toerental
zijn normale waarden bereikt.
draaien, stop met rijden en
zet de motor niet af.
Wanneer de aftakas wordt
uitgeschakeld
Wanneer de aftakas wordt
uitgeschakeld
Controleer het elektrische
Totdat de oorzaak is opgelost
circuit van de gloeibougie
en de motor weer is inge-
schakeld.
Controleer het elektrische
Totdat de oorzaak is opgelost
circuit van de motor
en de motor weer is inge-
schakeld.
Controleer het elektrische
Totdat de oorzaak is opgelost
circuit van de buzzer
en de motor weer is inge-
schakeld.
ERROR
1
1
2
2
1
2
3
5
1
2
3
5
6
7
7
0
0
0