Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
6.7
Voertuig met hefbrugkrik heffen
GEVAAR – vallen of kantelen van het
voertuig!
Gevaar voor overlijden of letsel bij het heffen
(of omhoog bewegen) van de hefbrugkrik.
¶
Controleer of het voertuig correct boven de
hefbrugkrik is gepositioneerd.
¶
Controleer of er geen personen in het
voertuig of in de nabijheid van het
hefplatform aanwezig zijn.
¶
Op afstand houden van het hefplatform.
¶
Hefplatform en voertuig observeren.
1. Functiekeuzeschakelaar op "2 hefbrugkrik" zetten.
2. Toets "Heffen"(o) ingedrukt houden.
De hefbrugkrik beweegt omhoog zolang de toets
wordt ingedrukt.
3. Hefbrugkrik iets optillen, dan stoppen.
De hefbrugkrik heeft nog afstand tot de voertuig-
bodem.
4. Verlengingen van de hefbrugkrik uittrekken en onder
de hefpunten van het voertuig plaatsen.
5. Polymeer oplegstukken onder de hefpunten van het
voertuig plaatsen.
6. Hefbrugkrik verder omhoog bewegen tot het voertuig
wordt opgetild.
!
Op gelijkmatig heffen van beide voertuigkanten
letten.
7. Hefbrugkrik met voertuig tot de eindpositie heffen,
daarna toets loslaten.
"
De hefbrugkrik is nu opgetild en vergrendeld.
6.8
Tijdens het werken aan het voertuig
GEVAAR – vallen of kantelen van het voertuig!
Gevaar voor overlijden of letsel tijdens het
gebruik van het hefplatform.
¶
Ga niet onder het voertuig wanneer het
voertuig niet stabiel op de looprails of de
hefbrugkrik staat.
¶
Voorkom extreme trillingen van het voertuig.
¶
Breng het voertuig en het hefplatform niet
aan het trillen.
¶
Gebruik steeds veiligheidsinrichtingen
wanneer zware componenten (bijv.
motoren, transmissies) worden
verwijderd of aangebracht. Breng de
veiligheidsinrichtingen zodanig aan dat deze
tot het voertuig reiken. Laat het voertuig
niet op de veiligheidsinrichtingen zakken.
Robert Bosch GmbH
Bediening | VLH 4x45 LA | 123
6.9
Hefbrugkrik neerlaten
GEVAAR – vallen of kantelen van het
voertuig!
Gevaar voor overlijden of letsel bij het neerlaten
van de hefbrugkrik met het voertuig.
¶
Controleer of er geen personen in het
voertuig of in de nabijheid van het
hefplatform aanwezig zijn.
¶
Hefplatform en voertuig observeren.
¶
Op afstand houden van het hefplatform.
GEVAAR – knelgevaar door de hefbrugkrik bij
het neerlaten!
Gevaar voor overlijden of letsel bij het neerlaten
van de hefbrugkrik.
¶
Controleer of er geen personen in de
nabijheid van het hefplatform aanwezig zijn.
¶
Op afstand houden van het hefplatform.
1. Niet beveiligd gereedschap en andere voorwerpen
verwijderen van het voertuig en het hefplatform.
2. Functiekeuzeschakelaar op "2 hefbrugkrik" zetten.
3. Toets "Zakken"(u) ingedrukt houden.
De hefbrugkrik beweegt omlaag zolang de toets
wordt ingedrukt.
!
Op gelijkmatig neerlaten van beide voertuigkanten
letten.
4. Hefbrugkrik zover neerlaten tot het voertuig weer op
de looprail staat.
5. Polymeer oplegstukken verwijderen.
6. Verlengingen van de hefbrugkrik inschuiven.
7. Hefbrugkrik helemaal omlaag bewegen, daarna de
toets loslaten.
"
De hefbrugkrik is ingeschoven; het voertuig staat op
de looprail.
nl
|
1 689 989 097
2017-07-19
Publicidad
