Breng de punt (54), van de tractie in
de steun van de kabel van de
spanbediening (T), trek vervolgens
aan de kabel (54) totdat die in de gleuf
komt, breng daarna de stuurstang op
het uitstekende gedeelte van het
centraal gedeelte aan, Fig.4, let er
daarbij op dat de kabels vrij blijven en
dat spanningsbediening (54) goed
werkt.
Plaats nu de eerder weggenomen
schroeven
(70)
tussenringen (14) Fig.4, controleer
echter eerst of het stuur is uitgelijnd,
draai dan de schroeven stevig vast.
5.- PLAATSING VAN HET
STUUR.-
Haal de flens van het stuur, plaats het
stuur (8) tesamen met de greepbeugel
(7), Fig.5, plaats het beschermkapje
(56).en de stelknop (64) en draai vast,
controleer, voordat u de schroeven
stevig vastdraait, of het stuur recht
staat.
6.- HET ZADEL BEVESTIGEN.-
Verwijder
schroeven
sluitringen (10) van de onderkant van
het zadel (61).
Bevestig het zadel (61) in de richting
van de pijl, Fig.6, op de stutplaat van
het zadel (5).
Vervolgens brengt u de zadelpen door
het gat in het centrale frame (1), plaats
de stelknop van de zadelpen (48) zet
de zadelpen op een comfortabele stand
door middel van de stelknop (48) en
draait kloksgewijs vast.
7.- INSTELLEN HOOGTE ZADEL.-
Draai de instelknop van het zadel (48)
een beetje los, Fig.6, tegen de wijzers
van de klok in en trek de knop een
beetje naar u toe. Wanneer het zadel
(19)
met
de
(27)
en
op de juiste hoogte staat, laat u de
knop los en deze valt in de gaatjes
van de zadelpen. Draai de knop vast
door in de richting van de wijzers van
de klok te draaien.
8.- DE ELEKTRONISCHE
MONITOR MONTEREN.-
Verwijder de schroeven (42) van de
achterkant van de monitor, plaats de
monitor
vervolgens
hoofdstang (7) in de richting van de
pijl, Fig.7, ervoor zorgend dat er geen
kabels klem komen te zitten. Bevestig
de schroeven opnieuw en maak ze
vast, sluit de handgreepklem (49) en
de feedback klem (63) aan op de
achterkant van de monitor, zoals
weergegeven in Fig.7.
9.- REGELEN VAN DE
INSPANNING.-
Om de te leveren inspanning bij een
oefening te kunnen regelen, beschikt
deze eenheid over een spanbediening
(54) in de stuurstang met verschillende
weerstand mogelijkheden, Fig.8.
Om de weerstand van de pedalen te
verhogen, draait u de spanbediening
(54) met de klok mee (+) totdat u de
ideale inspanning voor uw oefening
bekomt.
Om de weerstand van de pedalen te
verminderen,
spanbediening (54) tegen de klok in (-).
10.- NIVELLEREN.-
Wanneer het toestel op zijn definitieve
plaats staat waar u de oefeningen zult
doen, controleer dan of het stevig op
de grond en op gelijke hoogte staat.
Dit
kunt
u
steunpluggen (74) meer of minder aan
te draaien zoals op Fig.9 wordt
getoond.
30
bovenop
draait
u
verkrijgen
door
de
de
de