Descargar Imprimir esta página

Johnson Controls YORK DPC-1R Instrucciones De Manejo Y Mantenimiento página 43

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1
Met de microschakelaar worden de vol-
gende parameters ingesteld:
- Pin 1: Toetsenbord blokkeren in OFF is het
toetsenbord niet geblokkeerd, in ON wordt
het toetsenbord geblokkeerd en verschijnt
het pictogram voor geblokkeerde toetsen
(
). De toetsen die actief blijven, zijn:
,
en
(Buitentemperatur
opvragen).
- Pin 2: Functie AUTO PROG is geactiveerd.
Deze pin bepaalt of de automatische
klimaatbeheersingsfunctie met tijdspro-
grammering (tijdprofielen) geactiveerd
kan worden. OFF betekent dat de functie
AUTO PROG uitgeschakeld is en ON
geeft aan dat de functie AUTO PROG
gekozen kan worden.
- Pin 3: O/B signaal: in de stand OFF wordt
verwarmd als het O/B signaal actief
(24VAC) is en gekoeld als het signaal niet
actief is. In de stand ON wordt gekoeld
als het O/B signaal actief (24VAC) is en
verwarmd als het signaal niet actief is.
- Pin 4: 2 minuten/4 minuten. Hiermee
wordt de tijd vastgelegd die tussen het
uitschakelen van een trap en het opnieuw
inschakelen van deze trap ligt. OFF staat
voor 2 minuten en ON voor 4 minuten.
- Pin 5: meerdere trappen. Hiermee wordt
vastgelegd of het een enkele trap (er kan
slechts één trap geactiveerd worden) of
meerdere trappen (er kan meer dan één
trap geactiveerd worden) betreft. OFF
staat voor enkele trap en ON voor meer-
dere trappen.
- Pin 6: ventilator met 1 snelheid. Hiermee
wordt vastgelegd of de ventilator met 1
snelheid of met drie snelheden werkt.
OFF staat voor 3 snelheden en ON voor
1 snelheid. Bij 1 snelheid verschijnen er
geen windpictogrammen in het display.
Standaard staan de microschakelaars 1-2-
3-4 in OFF en 5-6 in ON.
Alarmen
De alarmcodes verschijnen linksonder in het
display en worden over de aanduiding van
de uren en minuten geschreven.
De onderstaande alarmcodes worden
gebruikt:
- 0-90 foutcodes voor machine (als er com-
municatie is).
- 91 Oorsprong van de gekozen tempera-
tuur is niet geldig.
- 92 Interne temperatuurvoeler is niet geijkt.
- 93 Communicatiealarm.
- 94 Alarm met aangesloten klem "AL".
- 95-99 De digitale sensor wordt niet gede-
tecteerd.
Als er een alarm in werking treedt, verschijnt
het pictogram met de bahco. Als de fout
op een storing van de machine of op de
communicatie betrekking heeft, knippert
het symbool. De klem "AL" is een ingangs-
signaal van de fase "R" die in het display van
de thermostaat de storingscode 94 activeert.
Deze gebruiken als er geen communicatie
met de thermostaat is en de besturingsplaat
van de aansluitklem "AL" voorzien is.
Filters. Als het pictogram voor vervuilde
filters knippert, moeten de filters vervangen
worden.
Batterij leeg. Het pictogram voor een lege
batterij geeft aan, zoals de naam al zegt, dat
de batterij leeg is. De batterij moet derhalve
vervangen worden. De configuratie van het
systeem gaat niet verloren bij het verwis-
selen van de batterij, alleen moeten de dag
en de tijd opnieuw ingesteld worden.
Storingentabel (RODE led)
Code
Omschrijving
11 / 21 / 31
Afvoertemperatuur overschreden.
Hogedrukpressostaat, thermische beveiliging
12 / 22 / 32
van de buitenventilator of van de compres-
sormodule.
13 / 23 / 33
Lagedrukpressostaat.
14
Thermische beveiliging van de binnenventilator.
Herhaalde koude starts of starts bij aanzuigtem-
15 / 25 / 35
peratuur < -25°C
16
Vloeistoftemperatuur
Fout gasregeling 1 of elektrisch verwarmings-
41
element 1
Fout gasregeling 2 of elektrisch verwarmings-
42
element 2
43
Fout trap elektrisch verwarmingselement 3
44
Fout trap elektrisch verwarmingselement 4
Fout in economiser of warmwaterbatterij (ex-
45
terne uitblaassensor, retour water).
46
Rookdetector of hoge temperatuur.
91
Omgevingssensor open of kort gesloten.
92
Interne sensor niet geijkt.
93
Communicatiefout.
94
Storing met aangesloten klem "AL"
95
De digitale sensor S5 wordt niet gedetecteerd
96
De digitale sensor S6 wordt niet gedetecteerd
97
De digitale sensor S7 wordt niet gedetecteerd
98
De digitale sensor S8 wordt niet gedetecteerd
De digitale buitensensor wordt niet gede-
99
tecteerd
Installatie-instructies
Geadviseerd wordt het installeren aan een
erkende vakman over te laten.
Plaats
Om een goede werking te garanderen
dient de thermostaat op een binnenwand
geïnstalleerd te worden in een gedeelte van
het gebouw waar zich regelmatig mensen
bevinden. Bovendien moet de thermostaat
op minstens 50 cm. afstand van een buiten-
muur en op ongeveer 1,5 m. boven de vloer
NL
in een ruimte met vrije luchtcirculatie en een
gemiddelde temperatuur geplaatst worden.
De volgende plaatsen dienen vermeden te
worden:
- Achter deuren of in hoeken waar de lucht
niet vrij circuleert.
- Plaatsen waar het directe zonlicht of de
door andere toestellen afgegeven warmte
de regeling beïnvloedt.
- Op een buitenmuur.
- Naast of op één lijn met de uitblaasroos-
ters van de airconditioning, trapgaten of
buitendeuren.
- Plaatsen waar de werking mogelijk beïn-
vloed wordt door gas- of waterleidingen of
schoorstenen in een aangrenzende ruimte
of een niet-verwarmde of geklimatiseerde
ruimte achter de thermostaat.
- Plaatsen waar de werking door de be-
werkte lucht van een aangrenzende HVAC
unit beïnvloed wordt.
- In de buurt van elektrische storingsbron-
nen zoals contacten van boogrelais.
Basisonderdelen
De thermostaat bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
- Frontdeksel dat omhoog geklapt kan
worden.
- Frontpaneel. In dit deel bevinden zich de
bedienings- en regelorganen alsmede
de printplaat. Het paneel is middels een
plastic lipje op de grondplaat bevestigd.
- Grondplaat van de thermostaat. Dit is
de doos waarmee de thermostaat op de
wand bevestigd wordt en waarin zich de
contactstrippen voor de elektrische aan-
sluitingen bevinden.
����
����
��
�� �
� �� �� �� �� �� �� �� ��
�������������
�����������
�������������
����������������������������
������������
�������
�����������
�����������
���������
�������
43

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

N-40144