motorvermogen zal nog groter zijn als de carburateur niet wordt
aangepast.
OPMERKING
OPMERKING
Als de carburateur is aangepast voor gebruik op grote hoogte, is het
benzine/luchtmengsel te arm voor gebruik op een hoogte beneden
610 m. Dit kan oververhitting en ernstige motorschade veroorzaken.
Laat de Honda-dealer de carburateur daarom eerst terugbrengen in
de oorspronkelijke staat, voordat u de maaier beneden de 1800 m
gebruikt.
GEBRUIK VAN DE HENDELS
Vliegwielremhendel
De hendel moet achteruit
getrokken worden tot tegen de
stuurstang om te starten en de
motor aan het draaien te
brengen. Het blad of de bladen
beginnen te draaien wanneer
de hendel nog eens tot tegen
de stuurstang achteruit wordt
getrokken en aan de
starterhandgreep wordt
getrokken.
Blijf de hendel volledig tegen de stuurstang trekken. Daardoor zullen
de motor en de een of meerdere bladen soepel blijven draaien en zal
voortijdige slijtage aan het vliegwielremsysteem worden voorkomen.
Laat de hendel los om de motor en het blad of de bladen te stoppen
wanneer u de grasmaaier wilt verlaten.
Smart Drive- Bediening
De afstelling van de
besturingspositie is
beschreven op bladzijde 4.
Als de motor loopt en de
messen draaien, drukt u
langzaam op de Smart
Drive-bediening [1] om de
maaimachine naar voren te
bewegen.
De grondsnelheid wordt hoger naarmate er meer druk wordt
uitgeoefend op de Smart Drive-bediening. Kies een prettige snelheid
met het oog op de maaiomstandigheden.
De gevoeligheid van de bediening van de grondsnelheid zal variëren
door factoren als terrein, grashoogte, helling en het gewicht van de
graszak. Om bijvoorbeeld een zeer langzame snelheid te behalen op
een glad en vlak terrein hoeft er maar weinig druk uitgeoefend te
worden op de Smart Drive-bediening. Er is echter meer kracht nodig
om dezelfde grondsnelheid te behalen op een helling, bij hoog gras of
onregelmatig terrein. De Smart Drive-bediening is zo ontworpen dat u
de bediening kunt bewegen om dezelfde grondsnelheid te behouden
onder voortdurend veranderende maaiomstandigheden
Laat de Smart Drive-bediening los om de voorwaartse beweging van
de maaimachine te stoppen.
8
DE MOTOR STOPPEN
1. Laat de vliegwielremhendel [1]
2. Zet de brandstofklep op OFF als
3. Als uw grasmachine gedurende
TIPS VOOR VEILIG MAAIEN
[1]
Houd voor uw eigen veiligheid alle vier wielen aan de grond en let op
waar u loopt zodat u niet de controle over de maaier verliest. Houd de
stuurboom stevig vast en loop altijd normaal, nooit hard, met de
maaier. Wees voorzichtig als u een ongelijk of geaccidenteerd
oppervlak maait.
Duw nooit met uw voet tegen de maaier als hij vast zit; gebruik alleen
de stuurboom om de maaier te hanteren.
2
Hellingen
Maai een helling altijd dwars, niet van
[1]
boven naar beneden. Maai geen steile
hellingen (met een stijgings-percentage van
meer dan 20°), en wees voorzichtig als u
van richting verandert. Als u een helling
maait met nat of vochtig gras kunt u
uitglijden en de macht over de maaier
verliezen.
Obstakels
Maai langs grote obstakels, zoals een hek
of een muur, met de zijkant van de maaier.
Laat de aandrijfkoppelingshendel los om de
aandrijving te ontkoppelen wanneer u rond een boom of een ander
obstakel maait. In zulke gevallen kunt u de maaier beter sturen als u
hem duwt. Wees voorzichtig als u over ingegraven obstakels heen
maait, zoals sproeikoppen, tegels, boorders, enz. Maai nooit over
dingen heen die boven het maaiveld uitsteken.
Als het mes iets heeft geraakt of als de maaier begint te trillen, zet
dan de motor onmiddellijk af en controleer of er iets is beschadigd.
Een obstakel kan het mes beschadigen, de krukas buigen en/of het
maaidek of andere onderdelen breken. Trilling duidt meestal op een
ernstig mankement.
NEDERLANDS
en de aandrijfkoppelingshendel
[2] los.
de maaier niet in gebruik is.
3 tot 4 weken niet zal worden
gebruikt, dan raden we aan om
de brandstop uit de carburator
van de motor te verwijderen. U
kunt dit doen door de brandstofklep in de stand OFF (Uit) te zetten,
de motor opnieuw te starten en de resterende brandstof op te
gebruiken. Als u de grasmaaier langer dan 4 weken niet gaat
gebruiken, raadpleeg dan het hoofdstuk BERGING (bladzijde 14).
WAARSCHUWING
Het mes is scherp en draait zeer snel rond.
Een ronddraaiend mes kan u ernstig verwonden en
vingers en tenen amputeren.
• Draag beschermend schoeisel.
• Houd handen en voeten uit de buurt van het
maaidek zolang de motor draait.
• Zet de motor altijd af voordat u instellingen
verandert en inspectie of onderhoud uitvoert.
[2]
[1]