7.3
Standalone
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's: automatisch of geluidsgestuurd.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Scherm
Beschrijving
Eigen programma. Zie
Macro
Macroprogrammering voor meer
informatie.
Ingebouwd programma: kleurwissel, met
Fade
fade-effect
Ingebouwd programma: kleurwissel, met
Twinkling
stroboscoopeffect
Ingebouwd programma: kleurwissel, geen
ChangeColor
effecten
10000K
8500K
...
Verschillende ingebouwde, vaste kleuren
Green
Red
Eigen kleur. Zie Manule modus voor meer
ManualDimmer
informatie.
Opmerking: Bij het inschakelen, start het toestel automatisch op in DMX-modus (op het scherm verschijnt
<LED Addr:xxx>).
Om het toestel in autonome modus (stand-alone) te plaatsen:
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang [4] van het toestel.
2. Druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Master/Alone> te selecteren en druk op <ENTER>.
4. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Alone Mode> te selecteren en druk op <ENTER>.
De indicator "Alone" verschijnt onderaan rechts op het scherm wanneer u het ingebouwde programma
selecteert.
5. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <Auto/Sound> te selecteren en druk op <ENTER>.
6. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gewenste modus te selecteren:
<Auto Mode> voor normale modus. De indicator "Auto" verschijnt onderaan links op het scherm
o
wanneer u het ingebouwde programma selecteert.
<Sound Mode> voor geluidsgestuurde modus. De indicator "Sound" verschijnt onderaan links op het
o
scherm wanneer u het ingebouwde programma selecteert.
7. Druk op <ENTER> om te bevestigen.
8. Druk op <SET/ESC> tot <LED xxx> op de display verschijnt.
9. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om het gewenste programma te selecteren. Het geselecteerde
programma start automatisch.
10. Om de pan/tiltbeweging te activeren met het programma, druk op <ENTER>. Op het scherm verschijnt
<Motor Run>.
11. Druk op <ENTER>.
12. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <ON> te selecteren en druk op <ENTER>.
De motor begint met het aansturen van de kop.
Opmerking: Bij het inschakelen, is de motor uitgeschakeld voor de programma's.
De microfoongevoeligheid instellen
In de geluidsgestuurde modus, is de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon instelbaar. De
standaardgevoeligheid is 20%. Om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon te regelen, gaat u als volgt te
werk:
1. Druk op <SET/ESC> tot <SET Menu> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
2. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om <MIC Sense> te selecteren en druk op <ENTER>.
3. Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om de gevoeligheid te regelen (00 ~ 99%) en druk op <ENTER>.
V. 01 – 26/10/2012
VDPL1803MHRGB
Geluidssturing
mogelijk
ja
ja
ja
ja
neen
neen
17
Pan/tiltbeweging
mogelijk
ja
ja
ja
Ja
Geen beweging, statische
standaard pan/tiltpositie
Geen beweging, maar
statische pan/tiltpositie is
regelbaar
©Velleman nv