All manuals and user guides at all-guides.com
NL
EXPLOITATIEVOORWAARDEN
Ga na of de persluchtbron de juiste werkdruk produceert. Gebruik in geval van te hoge persluchtdruk de reductor inclusief veilig-
heidsklep. Het pneumatische gereedschap moet worden gevoed via een fi ltersysteem en smeerinrichting. Dit zorgt zowel voor
properheid als luchtbevochtiging met olie. De staat van het fi lter en de smeerinrichting voorafgaand aan ieder gebruik controleren
en zo nodig het fi lter reinigen of het olietekort in de smeerinrichting aanvullen. Dit zorgt voor juiste exploitatie van het gereedschap
en verlengt de levensduur.
In gereedschap mogen alleen koppelonderdelen worden gebruikt die worden genoemd in de gebruikershandleiding. Het gereed-
schap voor het vastzetten van verbindingsonderdelen en de verbindingsonderdelen die worden genoemd in de gebruikershand-
leiding, worden als één systeem beschouwd als het gaat om veiligheid.
Gebruik snelkoppelingen om het gereedschap aan het pneumatische systeem te koppelen. Het gereedschap moet beschikken
over een gemonteerde niet-luchtdichte draaikoppeling zodat na het afkoppelen geen perslucht in het gereedschap overblijft.
Geen zuurstof of andere brandbare gassen gebruiken als voeding voor het gereedschap. Het gereedschap alleen aansluiten op
een voedingsinstallatie waarmee de maximale druk niet met meer dan 10% kan worden overschreden. In geval van hogere druk
een reductieklep gebruiken inclusief veiligheidsklep.
Voor reparatie van het gereedschap uitsluitend originele reserve-onderdelen gebruiken die beschikbaar zijn gesteld door de fabri-
kant of een vertegenwoordiger. Reparatie moet worden verricht door specialisten die door de fabrikant gemachtigd zijn. LET OP!
Onder specialisten worden personen verstaan die dankzij beroepsscholing of -ervaring over voldoende kennis beschikken op het
gebied van gereedschap voor het vastzetten van verbindingsonderdelen. Ook beschikken zij over kennis op het gebied van de
geldende voorschriften over arbeidsveiligheid en -hygiëne, ongevallenpreventie, richtlijnen en algemeen aangenomen technische
voorschriften (bijv. CEN en CENELEC normen) om te kunnen beoordelen of de werkomstandigheden veilig genoeg zijn voor het
vastzetten van verbindingsonderdelen.
Standaards ter ondersteuning van het gereedschap die bijv. aan de werktafel zijn bevestigd, moeten zo door de fabrikant van de
standaard zijn ontworpen en vervaardigd dat het gereedschap er veilig op kan worden gemonteerd, in overeenstemming met het
beoogde doeleinde, en dat het niet beschadigd of vervormd kan raken of uit zichzelf kan verplaatsen.
Gebruik voor onderhoud uitsluitend smeermiddelen die in de handleiding worden genoemd.
Gereedschap voor het vastzetten van verbindingsonderdelen met contactstart of continue contactstart die zijn gemarkeerd met
het symbool „Niet gebruiken op steigers en ladders" mogen niet gebruikt worden voor bepaalde toepassingen. Dit geldt wanneer
de verandering van vastzetplek bijvoorbeeld gebruik van steigers, trappen, ladders of vergelijkbare constructies vereist, bijv.
tijdens dakwerkzaamheden, het sluiten van kisten en kooien en het vastzetten van transportbeveiligingssystemen op voertuigen
en wagons.
De opgegeven lawaaiwaarden zijn karakteristieke waarden voor het gereedschap en hebben geen betrekking op geluid dat wordt
geproduceerd op de gebruikslocatie. Het daadwerkelijke lawaai op de gebruikslocatie hangt o.m. af van de werkomgeving, het
bewerkte voorwerp en de ondersteuning van het bewerkte voorwerp. Naar gelang de omstandigheden op de werkplek en de vorm
van het bewerkte voorwerp kan de noodzaak ontstaan tot het gebruik van persoonlijke geluidsdempingsmaatregelen. Hierbij kan
worden gedacht aan het plaatsen van de bewerkte voorwerpen op geluidsabsorberende ondersteuningen of het aandrukken of
afdekken van de bewerkte voorwerpen. Ook kan de druk worden verlaagd tot de minimale benodigde waarde. In speciale gevallen
moet gehoorbescherming worden gedragen.
De opgegeven vibratiewaarden zijn karakteristiek voor het gereedschap en zeggen niets over de invloed op de armen en schou-
ders tijdens gebruik. Ieder eff ect op de armen en schouders tijdens gebruik van het gereedschap zal o.m. afhangen van de kracht
waarmee het gereedschap wordt vastgehouden, de geleverde drukkracht, de werkrichting, de regulatie van de voeding, het
bewerkte voorwerp en de ondersteuning van het bewerkte voorwerp.
Controleer voorafgaand aan iedere handeling of het zekerings- en doseermechanisme correct werken en alle schroeven en
moeren zijn aangedraaid
Geen modifi caties aan het gereedschap aanbrengen zonder toestemming van de fabrikant.
Geen gereedschapsonderdelen zoals de zekering demonteren en niet zorgen dat ze niet werken.
Geen ‚plotselinge reparaties' verrichten zonder geschikte gereedschappen en uitrusting.
Aanbevolen wordt om het gereedschap periodiek te laten onderhouden, conform de instructies van de fabrikant.
Vermijd verzwakking of beschadiging van het gereedschap, bijv. door het maken van gaten of graveren, het aanbrengen van on-
geoorloofde modifi caties, het bewegen langs sjablonen uit hard materiaal zoals staal, het neerlaten of voortduwen over de grond,
het gebruiken van het gereedschap als hamer of het erop uitoefenen van overmatige kracht.
Het werkende apparaat nooit richten op jezelf of een ander persoon.
Tijdens werk het gereedschap zo vasthouden dat er geen hoofd- of lichamelijk letsel kan optreden in geval van het eventueel
afketsen ten gevolge van verstoring in de voeding of harde stukken aan de buitenkant van het bewerkte voorwerp.
Het gereedschap nooit inschakelen in de richting van de vrije ruimte. Zo worden gevaren voorkomen ten gevolge van vrij rondvlie-
gende verbindingsonderdelen en ten gevolge van overmatige druk in het gereedschap.
Tijdens verplaatsing het gereedschap afkoppelen van het voedingssysteem, zeker wanneer gebruik van een ladder of het in-
nemen van een ongewone positie vereist is. Op de werkplek het gereedschap uitsluitend verplaatsen door het te tillen aan de
handgreep en nooit met ingedrukte trekker. Houd rekening met de omstandigheden op de werkplek. De verbindingsonderdelen
kunnen door dunne voorwerpen heen schieten of langs hoeken en randen heen glijden en zo een gevaar vormen voor mensen.
Gebruik voor de persoonlijke veiligheid beveiligingsuitrusting zoals gehoor- en oogbescherming.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
80