Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
24
Alleen
ontvochtigen
25
Mode
82
De afvoer van het condenswater gebeurt door
middel van de afvoerslang (zie de beschrijving
van het apparaat, pag. 72), die wordt gekoppeld
aan de nippel aan de onderzijde van het
apparaat, Fig. 24.
Verifieert u of de flexibele verbindingsslang
tussen beide delen niet is geplet danwel
afgekneld. Voorts mag het hoogteverschil tussen
de delen niet groter zijn dan 1,5 m. Fig. 7.
Bij deze functie vermindert het apparaat alleen de
vochtigheid van de lucht van de omgeving, waarbij
het niet mogelijk is de temperatuur te regelen. Naar
gelang de omgevingsomstandigheden kan aan de
lucht tot 50 liter water per 24 uur worden
onttrokken.
Laat het water uit het buitendeel lopen door de
afsluitstop uit de bodemplaat te trekken.
Het buitendeel in de ruimte brengen die u wilt
ontvochtigen.
De afvoerslang aansluiten op de uitstroomnippel
van het buitendeel en hete condenswater
opvangen in een daarvoor geschikte bak,
Fig. 25.
Het apparaat inschakelen door middel van de
toets "Inschakelen / Uitschakelen".
De stand "Ontvochtigen"
In deze werkstand blijft de aanduiding van de
temperatuur op het beeldscherm staan op de
waarde "18°C". Ingeval de temperatuur van de
ruimte onder de 18°C daalt, zal het apparaat niet
werken.
Attentie!
Op het moment dat u het apparaat omschakelt
naar de stand «Koelen», moet u de afsluitstop
op de afvoeropening van het buitendeel
plaatsen, anders zal er gedurende het
koelproces sprake zijn van lekkend
condenswater.
Altijd rekening houden met het feit dat teneinde
een perfecte werking van de functie
Ontvochtigen te garanderen, de
omgevingstemperatuur moet stijgen tot 18°C.
kiezen. Fig. 26.
Publicidad
