NL
4
Voorbereiding voor eerste gebruik
4.1
Algemeen
Controleer de apparatuur op compleetheid en beschadigingen. Gebruik de apparatuur niet als deze
beschadigd is; neem dan contact op met de Holmatro-dealer.
5
Werking
5.1
Systeemwerking
5.1.1
Algemeen
Een systeem is een samenstel van een hydraulische pomp, een slang(en) en één of meerdere
gereedschappen.
De hydraulische pomp wordt aangedreven door een verbrandingsmotor, elektromotor, pneumatisch of
middels hand- of voetkracht. Deze pomp verplaatst hydrauliekolie en is in staat om druk op te bouwen.
De slang dient als transportmiddel van de hydrauliekolie tussen de pomp en het gereedschap.
In het gereedschap bevindt zich een hydraulische cilinder met daarin een zuiger die een axiale
beweging kan maken. Als de cilinder aan de onderzijde wordt volgepompt, wordt er druk opgebouwd
onder de zuiger, zodat deze naar buiten wordt gedrukt. Wordt de cilinder aan de bovenzijde
volgepompt, dan wordt de zuiger in de cilinder gedrukt.
De richting van de beweging van de cilinder wordt bepaald door een regelventiel, de zogenaamde
dodemansgreep. Deze dodemansgreep kan naar links of rechts worden gedraaid, waardoor de
beweegrichting van de zuiger wordt bepaald. In de neutrale stand wordt er geen druk opgebouwd in de
cilinder en stroomt de olie drukloos terug naar de pomp. Als de dodemansgreep wordt losgelaten, komt
deze vanzelf terug in de neutrale stand en stopt de beweging van de zuiger onmiddellijk.
In gereedschappen als scharen, spreiders en combigereedschappen brengt de axiale beweging van de
zuiger een mechanisme in beweging, waardoor een knip- of spreidbeweging ontstaat.
De slang is het onderdeel dat de pomp aan het gereedschap verbindt, waardoor een gesloten systeem
ontstaat.
5.1.2
CORE™ koppelingen
De hydraulische slang van het CORE™-systeem is één slang die een combinatie vormt van een
hogedruktoevoerslang in een lagedrukretourslang. De vrouwelijke koppeling heeft een unieke functie:
na ontkoppeling verbindt deze binnenin de toevoer- en retourleidingen met elkaar. Hierdoor kunt u
gereedschappen aansluiten en ontkoppelen zonder dat de olietoevoer naar de slang onderbroken hoeft
te worden.
5.2
Koppel de hydraulische slangen
5.2.1
Algemeen
VOORZICHTIG
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
Gebruik nooit tangen of dergelijke gereedschappen om de hydraulische koppelingen aan te
sluiten.
5.2.2
Slang met CORE™-koppelingen
Zie Fig. 4.
12
916.001.558_001
PW 5624 (ST)