8.5
Onderhoudswerkzaamheden
8.5.1
Algemeen
•
Na ieder gebruik:
1. Controleer de werking van het gereedschap.
2. Controleer het gereedschap op beschadiging en lekkage. Laat een gereedschap dat niet naar
behoren werkt en/of lekt door een door Holmatro gecertificeerde technicus repareren.
8.5.2
Hydraulische slangen
WAARSCHUWING
Controleer of de slangbuigrestricties aanwezig en in goede staat zijn.
•
Controleer de slang op schade en lekkage. Vervang de slang als hij lekt, is geknikt, de gewapende
mantel zichtbaar is of blazen of uitstulpingen van meer dan 1 mm hoog zijn ontstaan. Neem in geval
van twijfel altijd contact op met de Holmatro-dealer voor beoordeling van de ernst van de schade.
•
Vervang de slang uiterlijk 10 jaar na de productiedatum, ongeacht het gebruik en de uiterlijke staat.
De productiedatum maakt onderdeel uit van de testcode: de eerste 4 cijfers van de testcode geven
de productiedatum van de slang aan (jjmm*****).
8.5.3
Hydraulische koppelingen
•
Controleer de koppelingen op beschadigingen. Laat beschadigde koppelingen door een door
Holmatro gecertificeerde technicus vervangen.
•
Reinig de koppeling met een sopje van lauw water en milde zeep.
•
Droog de koppelingen.
•
Smeer het uiteinde van de koppeling met hydrauliekolie of injecteer WD-40.
•
Smeer de sluitring door WD-40 in de ruimte tussen het achterste deel en de sluitring te spuiten.
•
Sluit de koppelingen aan en controleer of de koppeling automatisch vergrendelt. Controleer de
vergrendeling door de slangen met de hand uit elkaar te trekken. De koppelingen mogen niet
schuiven.
•
Koppel de koppelingen los door de borgringen te draaien en naar achteren te trekken.
•
Sluit de koppelingen aan en ontkoppel ze weer. Herhaal dit een paar keer voor betere interne
smering van het vergrendelingssysteem.
8.5.4
Stofkappen
•
Controleer de stofkappen op schade. Vervang beschadigde stofkappen.
•
Reinig de stofkappen met stromend water. Droog de stofkap en behandel deze met conserverende
olie.
8.5.5
Draaggreep
•
Controleer de draaggreep op beschadiging. Vervang een beschadigde draaggreep.
•
Controleer de bevestiging van de draaggreep. Zet deze indien nodig stevig vast door de bouten aan
te draaien of de knop steviger vast te draaien.
8.5.6
Beschermkap
•
Controleer de beschermkap op schade.
•
Vervang een beschadigde beschermkap.
PW 5624 (ST)
916.001.558_001
NL
19