In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.10 Accu-capaciteitsindicatie (afbeelding
17)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (pos. K). De accu-capaciteitsindicatie (pos.
L) signaleert u de laadtoestand van de accu aan
de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
Gelieve de wettelijke bepalingen inzake de veror-
dening voor de bestrijding van lawaaioverlast na
te leven, die plaatselijk kunnen verschillen.
Gevaar! Bij het werken moeten de zijdelingse
borstelafdekkingen zijn gemonteerd.
Waarschuwing!
•
Vergewis u ervan dat u de voor het te reinigen
oppervlaktemateriaal voorziene borstel heeft
gemonteerd.
•
Controleer of de zijdelingse borstelafdekkin-
gen goed erop zijn gestoken.
•
Controleer de borstels op verontreinigingen
voordat u met het werk begint, en maak deze
indien nodig schoon.
•
Controleer op een kleine, niet goed zichtba-
re plaats of het vlak door het borstelen niet
Anl_Picobella_18_215_SPK13.indb 103
Anl_Picobella_18_215_SPK13.indb 103
NL
wordt beschadigd.
•
Het te reinigen vlak moet vrij zijn van voor-
werpen zoals bijv. stenen, takken enz. Deze
zouden door de roterende borstel omhoog
geslingerd kunnen worden of het oppervlak
kunnen bekrassen.
•
Til het apparaat alleen tot aan het bereiken
van het volle toerental 1-2 centimeter op van
de grond. Wees daarbij voorzichtig, om ver-
wondingen te vermijden.
•
Schakel het apparaat nooit in gekantelde of
voor een ander doel dan het bereiken van het
volle toerental opgetilde toestand in – ver-
wondingsgevaar!
•
Gebruik het apparaat niet te lang op één
plaats.
•
Wij bevelen de natte reiniging aan. Gebruik
alleen schoon water zonder enige additieven.
•
Houd handen en voeten uit de buurt van de
roterende borstel.
•
Zet de accu pas vlak vóór het werk erin, en
verwijder hem na het einde van het werk.
6.1 Draairichtingschakelaar (afb. 18)
Instructies:
•
Met de draairichtingschakelaar kunt u de
draairichting van het apparaat instellen en
het beveiligen tegen ongewild inschakelen.
U kunt kiezen tussen voorwaarts en achter-
waarts. De voorwaartse loop is de standaard
draairichting, waarin het apparaat de meeste
kracht heeft.
•
Houd het apparaat aan de handgreep en
extra handgreep goed vast, en zorg voor een
stabiele stand.
•
Om een beschadiging van het apparaat te
vermijden mag de draairichting alleen bij stil-
stand worden omgeschakeld.
a) Voorwaarts (standaard draairichting): Schuif-
schakelaar links (V) ingedrukt - het apparaat
trekt van u weg.
b) Inschakelbeveiliging: Schuifschakelaar in
middelste stand (zoals getoond) - Aan/Uit-
schakelaar geblokkeerd.
c) Achterwaarts: Schuifschakelaar rechts (R)
ingedrukt - het apparaat schuift naar u toe.
6.2 Aan/Uit-schakelaar (afb. 15, pos. 3)
a) Inschakelen
Als u drukt op de Aan/Uit-schakelaar, dan
draait de borstel.
b) Uitschakelen
Als u de Aan/Uit-schakelaar loslaat, dan
schakelt het apparaat uit en de borstel komt
tot stilstand.
- 103 -
10.05.2023 08:52:04
10.05.2023 08:52:04