10
NL
Afbeelding 13 / Figura 13
Programmaverloop LMO 14
Programa de funcionamiento LMO 14
Sequenza del programma LMO 14
Wärmeanforderung
Ölvorwärmer
Thermostat Ölvorwärmer
Brennermotor
(Gebläse/Pumpe)
Zündung
Magnetventil
Flammensignal
t h
t h
Aufheizzeit Ölvorwärmer / Heat uptime oil preheater /
Temps de prechauffage
t prp
Vorbelüftung / Pre-purge / Préventilation (13 s)
t pri
Vorzündung / Pre-ignition / Préallumage (13 s)
t poi
Nachzündung / Post-ignition / Postallumage (15 s)
t s
Sicherheitszeit / Safety time / Temps de sécurité (10 s)
Wärmeanforderung
Heat demand
Ölvorwärmer
Oil preheater
Thermostat Ölvorwärmer Thermostat oil preheater Thermostat réchauffeur fioul
Brennermotor
Burner motor
(Gebläse/Pumpe)
(Blower/Pump)
Zündung
Ignition
Magnetventil
Magnet valve
Flammensignal
Signal flame
Afbeelding 14 / Figura 14
Afbeelding 15 / Figura 15
t prp, t pri
t s
t poi
Demande calorifique
Réchauffeur de fioul
Moteur du brûleur
(Turbine/Pompe)
Allumage
Soupape magnétique
Témion de flamme
2.9
Aansluiting van olieleiding op brander
De olieleidingen die op de oliepomp worden aangebracht, kunnen
links of rechts worden aangesloten (zie afb. 13).
Let op: verwijder de pluggen van de olieslangen. Let bij het
aansluiten op het oliefilter op de pijlmarkering op het
slanguiteinde van de aansluiting.
– Aansluiting van de slang (koppelmoer) 3/8 inch met dichtring.
2.10 Elektrische aansluiting
Voor de elektrische installatie dienen de desbetreffende CE-richt-
lijnen alsmede plaatselijk geldende vereisten voor elektriciteit in
acht te worden genomen. Als hoofdschakelaar wordt S1 gebruikt,
een stroomonderbreker voor alle polen met een contactopening
van minimaal 3 mm. De verbindingskabel moet worden aangeslo-
ten met een 7-polige Eurostekker (stekkeronderdeel) conform DIN
4791 en volgens het bedradingsschema.
De verbindingskabel kan parallel aan de olieleidingen worden aan-
gebracht door de openingen voor de olieslangen.
De verbinding komt tot stand door aansluiting van de 7-polige
Eurostekker (stekker) van de boilerkabel op het 7-polige Eurocon-
tact van de brander (stekkerbus). In de standaarduitvoering wordt
de brander geleverd met een Eurostekkeraansluiting (stekkerbus).
Let op: controleer of de bedrading van de Eurostekker (de
stekker op de kabel) correct is aangesloten.
2.11 Algemene inspecties
Let op: voordat de brander in bedrijf wordt gesteld, moeten de
volgende controles worden uitgevoerd:
- Is de netvoeding aangesloten?
- Is de installatie verzekerd van olietoevoer?
- Zijn de pluggen verwijderd uit de olieslangen en zijn de olie-
slangen correct aangesloten?
- Is de installatie verzekerd van verbrandingslucht?
- Is de brander correct geïnstalleerd en zijn de deuren van de
boiler gesloten?
- Is de ketel gevuld met water ?
- Zijn de ketel- en uitlaatgasleidingen stevig afgedicht?
3.
Inbedrijfstelling
Voordat de brander in gebruik wordt genomen, zet u alle vereiste
schakelaars en regelaars aan.
Als er spanning op de brander en de voorverwarming staat, gaat
het groene controlelampje branden en wordt de olie voorver-
warmd. Het opwarmen kan ongeveer 2 minuten duren. Zodra de
starttemperatuur is bereikt, wordt de motor gestart en wordt de
ontsteking ingeschakeld. Nadat de voorbereidende ontluchting is
voltooid, wordt de magneetklep geopend. De stookolie wordt toe-
gevoerd en er wordt een vlam ontstoken. Als de oliepomp bij de
eerste inbedrijfstelling niet binnen de veiligheidstijd stookolie
levert, wordt de installatie uitgeschakeld met een storing.
Reset in dat geval de automatische oliestookeenheid, zodat de
brander opnieuw kan worden gestart. De oliepomp en het olielei-
dingsysteem worden ontlucht met de manometeraansluiting van
de oliepomp (zie afb. 15).
Let op: de oliepomp mag zonder stookolie niet langer dan 5
minuten worden gebruikt, op voorwaarde dat er al olie
in de pomp is voor de inbedrijfstelling.