Vastzetten van de voetplaat met behulp van de stempel
Om de voetplaat vast te zetten met een stempel moet de afstaand tot de
tegenoverliggende muur tussen de 1,7 m en 3 m zijn.
H
G
Let op! De boorstandaard moet stevig bevestigd zijn op het oppervlak,
anders kan de gebruiker gewond raken of de boor beschadigd. Door
ongecontroleerde bewegingen tijdens het boren kan de boor tegen het
booroppervlak slaat. Dit kan beschadiging van de boorsegmenten
veroorzaken. De boorkop kan ook gaan kantelen in het boorgat, waardoor
ook deze segmenten beschadigd kunnen raken.
Bevestiging van de kernboormachine
Plaatsing van de montageplaat
Plaats de voetplaat. Plaats de stempel zo dicht mogelijk bij
de kolom van de voetplaat. Zet de stempel vast door de
hefboom (G) met de klok mee te draaien. Vergrendel de
installatie met de bijbehorende pal (H).
Plaats de montageplaat met de
kernboormachine in de hoogste positie tot deze
vergrendeld.
Gebruik de draaihendel om de vastzet inrichting
van de montageplaat te openen. Verwijder deze
en monteer de plaat op de kernboormachine
zoals hieronder omschreven.
De boorstandaard P-54190 wordt geleverd met
een montageplaat, een 10 mm passpie en 4
inbusbouten M8. De montageplaat wordt
zodanig op de machine geplaatst met de passpie
dat verbinding op de montage plaat aan dezelfde
zijde zit als de toerenregeling van de motor.
Daarna worden de 4 inbusbouten geplaatst en
vast gezet.
65