VERWARMING EN WARM TAPWATER
!
L E T O P
•
De warmwaterketel zorgt voor warm tapwater. Warmwater uit de
kraan krijgt u alleen als tapwater is aangesloten.
•
Voeg ter veiligheid geen ethyleenglycol toe aan de waterstroom.
Als u dat toevoegt, zal het water vervuild worden wanneer de
warmtewisselaar lekt.
•
Wanneer de hardheid van het water hoger is dan 250-300 ppm, wordt
het aanbevolen om onthard water te gebruiken om de kalkaanslag in
de warmwaterketel te verminderen.
•
Spoel de warmwaterketel onmiddellijk door met vers water na de
installatie. Spoel elke dag een keer tijdens de eerste vijf dagen na
de installatie.
•
Probeer lange leidinglengtes tussen de warmwaterketel en de warm tap-
waterinstallatie te voorkomen, om mogelijk warmteverlies te reduceren.
Als de ingangsdruk van het koude water hoger is dan de ontwerpdruk
van de warmwaterketel, moet een drukregelaar worden geïnstalleerd.
•
Nadat de warmwaterketel een tijd is gebruikt (afhankelijk van de
kwaliteit van het water en hoe regelmatig het gebruik is), moet deze
worden schoongemaakt en ontkalkt.
a Schakel de stroom uit en sluit de waterinlaatkraan.
b Draai de wateruitlaat kraan open en de afvoerklep om de
warmwaterketel leeg te laten lopen.
!
L E T O P
Wanneer de ketel wordt ontkalkt kan de temperatuur in de
warmwaterketel iets stijgen, zorg dat u niet verbrandt en de
afvoeronderdelen niet beschadigd raken.
c Sluit de afvoerklep nadat u een aantal minuten met water hebt
gespoeld en de waterinlaatklep open. Zorg dat de watertoevoer
volledig gesloten is nadat de warmwaterketel met water is
gevuld. Schakel de stroom weer aan zet het weer in bedrijf.
•
Controleer regelmatig de warmwaterketel en omgeving om ervoor de
zorgen dat er geen water omheen ligt. Neem bij lekkage contact op
met uw plaatselijke leverancier.
8.5 WATERCONTROLE
De kwaliteit van het water moet gecontroleerd worden
op pH, elektrisch geleidend vermogen, ammoniak-ionen,
zwavel en andere stoffen. Hieronder vindt u de aanbevolen
standaardkwaliteit voor water.
Systeem voor gekoeld
Item
Circulerend
water (20 °C
minder dan)
Standaardkwaliteit
6,8 ~ 8,0
pH (25 °C)
Minder dan
Elektrische geleiding
(mS/m) (25 °C)
Minder dan
{µS/cm} (25 °C)
(2)
Chlorine-ion
Minder dan
(mg CI¯/I)
Zwavelzuur-ion
Minder dan
(mg H
SO
¯/I)
2
4
Zuurverbruik (pH 4.8)
Minder dan
(mg CaCO
/I)
3
Totale hardheid
Minder dan
(mg CaCO
/I)
3
Kalkhardheid
Minder dan
(mg CaCO
/I)
3
Minder dan
Silica L (mg SIO
/I)
2
Referentiekwaliteit
Minder dan
Totaal ijzezr (mg Fe/I)
Totaal koper
Minder dan
(mg Cu/I)
Zwavel-ion (mg S
¯/I)
2
Ammonium-ion
Minder dan
(mg NH
/I)
+
4
Overblijvende chloor
Minder dan
(mg CI/I)
Drijvende koolzuur
Minder dan
(mg CO
/I)
2
Stabiliteitsfactor
6,8 ~ 8,0
?
O P M E R K I N G
•
(1) De markering " " in de tabel geeft aan dat er kans bestaat op
corrosie of kalkaanslag.
•
(2) De waarden tussen "{}" dienen slechts als referentie gebaseerd
op de vorige unit.
21
Trend
water
Water-
Corrosie
toevoer
6,8 ~ 8,0
Minder
40
dan 30
Minder
400
dan 300
Minder
50
dan 50
Minder
50
dan 50
Minder
50
dan 50
Minder
70
dan 70
Minder
50
dan 50
Minder
30
dan 30
Minder
1,0
dan 0,3
Minder
1,0
dan 0,1
Mag niet worden
gedetecteerd
Minder
1,0
dan 0,1
Minder
0,3
dan 0,3
Minder
4,0
dan 4,0
-
(1)
Kalkaan-
slag