van de °F brandt, geeft dit de temperatuur van de Fahrenheit
aan.
Aanraakbediening
• Temperatuur bovenste kamer ingesteld (E): Temperatuurin-
stellingsknop van de bovenste kamer; Zodra u op de knop
drukt, stijgt de temperatuur met 1 °C of 1 °F. Het instelbereik
ligt tussen 5°C~12°C of 41°F~54°F.
• Onderste kamertemperatuur ingesteld (A): Temperatuurin-
stellingsknop van de onderste kamer; Zodra u op de knop
drukt, stijgt de temperatuur met 1 °C of 1 °F. Het instelbereik
ligt tussen 12°C~22°C of 54°F~72°F.
• Bedieningsknop voor kastverlichting (F)
Opmerking: Zodra het lampje is ingeschakeld, gaat het na 10
minuten automatisch uit om de wijnen binnenin te bescher-
men.
• Celcius en Fahrenheit conversieknop (G)
• Aan/uit-knop (H); Druk 3 seconden op de knop, deze start;
druk nogmaals 3 seconden op de knop, deze stopt.
De open richting van de deur wijzigen
• VOORZICHTIGHEID! Bescherm de glazen deur (niet meegele-
verd) om schade te voorkomen.
• De deur wordt alleen vervangen door getraind personeel.
• De gebruiker is als enige aansprakelijk voor de schade door
het veranderen van de open richting van de deur.
• Volg de werkprocedure op Afb. 4 op pagina 5.
Optimale temperatuur bij wijn serveren
Temperatuur
Soort wijn
18°C (65°F)
Rijk, intens, eiken-
hout, peper
17°C (63°F)
Rood
16°C (61°F)
Medium tot lichter
Bodierrood
15°C (59°F)
14°C (57°F)
13°C (55°F)
12°C (54°F)
Sappige,
roodtinten
11°C (52°F)
Volle/eiken
tin-ten
10°C (50°F)
Middellicht tot lich-
ter lichaam
9°C (48°F)
Wit
8°C (47°F)
Zoete en mousse-
rende wijnen
7°C (45°F)
6°C (43°F)
Opmerking: Bovenstaande tabel is alleen ter referentie.
Wijncategorie
Bordeaux,
Cabernet Sauvig-
non,Shiraz
Barolo,Burgundy
Grand Cru
Rioja,Pinot
Noir,CDP
Chianti,Zinfandel
Chinon,Port,
Madeira
Dolcetto,Cotes Du
Rhone
fruitige
Beaujolais, Val-
po-licella
wit-
Wit bordeauxrood
Chardon-nay,Sau-
ternes
Sauvignon Blan-
c,Chablis
Vintage cham-
pag-nes
Champagne NV,
Prosecco,Cava,Asti
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er elektrische schokken kunnen ontstaan.
• Als het apparaat niet schoon wordt gehouden, kan dit een
negatieve invloed hebben op de levensduur van het apparaat
en leiden tot een gevaarlijke situatie
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische onderdelen.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en geau-
toriseerde technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
• Plaats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
kan beschadigen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in bedrijf is. Koppel het
apparaat tijdens het verplaatsen los van de voeding en houd
het aan de onderkant vast.
• Er moet speciale aandacht worden besteed aan het verplaat-
sen of vervoeren van de machine vanwege het zware gewicht.
Met ten minste 2 personen of met behulp van een karretje.
Beweeg de machine langzaam, voorzichtig en neig nooit
meer dan 45°.
Problemen oplossen
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de onder-
staande tabel voor de oplossing. Als u het probleem nog steeds
niet kunt oplossen, neem dan contact op met de leverancier/
dienstverlener.
Problemen
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is
De stekker is niet
goed aangesloten
aangesloten op
de voeding, maar
op de elektrische
werkt niet.
voeding.
De stroomon-
derbreker is
geactiveerd of een
doorgebrande
zekering.
NL
Mogelijke oplos-
sing
Controleer nog-
maals of deze goed
is aangesloten.
Neem contact op
met de leverancier.
21