Verwarmen met magnetronvermogen
Koken met convectiehitte
Grillen
1. Druk op de STOP/CANCEL toets.
2. De 1ste functie instellen: Druk herhaaldelijk op de POWER LEVEL
toets om de magnetronvermogen modus te selecteren.
3. Gebruik de knop om de gewenste kooktijd in te stellen.
4. De 2de functie instellen: Druk herhaaldelijk op de CONVECTION
toets om de gewenste temperatuur in te stellen.
5. Gebruik de knop om de gewenste kooktijd in te stellen.
6. De 3de functie instellen: Druk een keer op de GRILL/COMBI. toets.
7. Gebruik de knop om de gewenste kooktijd in te stellen.
8. Druk op de START toets.
OPMERKING:
• Een pieptoon geeft de wisseling van de programma's aan.
• Automatische kookprogramma's en de snelle startfunctie zijn niet
beschikbaar voor het koken in meerdere fasen.
Speciale functies
Blokkeren (Kindersluiting)
• Houd de STOP/CANCEL toets 3 seconden lang ingedrukt om het
apparaat te vergrendelen. Dit wordt door een slotje op de display
aangegeven. De functie van het bedieningspaneel is geblokkeerd.
• Houd de STOP/CANCEL toets nogmaals 3 seconden lang ingedrukt
om te ontgrendelen.
Schermfunctie
• In magnetron-, convectie- of combinatiemodussen, drukt u op de
POWER LEVEL, CONVECTION, MICRO+CONVECTION of GRILL/
COMBI. toetsen om de bedrijfsmodus of temperatuur 2 – 3 secon-
den lang weer te geven.
• Ongeacht de stand, zal het scherm gedurende 2-3 seconden de
huidige tijd weergeven wanneer de CLOCK/WEIGHT toets wordt ge-
drukt. Hierbij wordt veronderstelt dat u vooraf de tijd op het apparaat
hebt ingesteld.
Reiniging
WAARSCHUWING:
Schakel de magnetron uit en trek de netsteker uit de
contactdoos.
LET OP:
•
Gebruik geen staalborstel of andere schurende voorwerpen.
•
Gebruik geen schurende of bijtende reinigingsmiddelen.
•
Gebruik geen metalen schraper om het kijkvenster te reinigen.
Er kunnen krassen op het oppervlak ontstaan en het glas zou
kunnen breken.
24
Binnenruimte
•
Houd de binnenzijde van de oven schoon. Spatten en overgekook-
te vloeistoffen aan de ovenwanden kunnen met een vochtige doek
worden verwijderd. Wanneer de oven ernstig verontreinigd is, kunt
u ook een mild reinigingsmiddel gebruiken.
•
Veeg het kijkraam van binnen en buiten af met een vochtige doek
en verwijder regelmatig spatten en vlekken van overgekookte vloei-
stoffen.
Buitenwanden
•
De buitenwanden van de behuizing dienen alléén met een vochtige
doek te worden gereinigd. Let op dat géén water in de behui-
zingsopeningen en zo in het apparaat kan dringen.
•
Open het deurtje van de magnetron alvorens het bedieningspaneel
te reinigen, om het onopzettelijk inschakelen van het apparaat te
voorkomen.
Toebehoren
•
Reinig de glazen plaat met een warm sopje of in de vaatwasser.
Droog de plaat alvorens het terug te plaatsen in de magnetron.
•
Reinig de rollerring en het binnenste bodemoppervlak regelmatig.
Verwijder de rollerring en reinig deze met de hand met een mild
schoonmaakmiddel. Droog de rollerring grondig en installeer deze
vervolgens opnieuw op de bodem van de ovenruimte.
•
Reinig de grill na elk gebruik met een afwasmiddel of plaats hem in
een vaatwasser voor reiniging.
Geur
•
Om onaangename geuren uit de magnetron te verhelpen, zet u een
met water en citroensap gevulde en voor het gebruik in magnetrons
geschikte schaal in de oven en verhit deze gedurende ca. 5 minu-
ten. Veeg daarna de oven uit met een zachte doek.
Ovenverlichting
•
Neem voor het vervangen van de ovenverlichting a.u.b. contact op
met een vakman in uw omgeving.
Probleemoplossen
Storingen worden vaak maar door kleine problemen veroorzaakt. Neem
onderstaande tabel door voordat u contact opneemt met onze klanten-
service:
Probleem
Mogelijke oorzaak
Radio of TV
Het elektromagnetische
ontvangs wordt ver-
veld van dit apparaat
stoord wanneer de
kan het beeld en geluid
magnetron werkt.
van speciale frequen-
ties vestoren.
Het apparaat krijgt
Defect stopcontact.
geen spanning; het
scherm is zwart.
De display toont de
Er heeft zich een
huidige tijd niet.
stroomstoring voorge-
daan.
Opmerkingen /
oplossing
Dit is normaal en geen
storing. Plaatse de appa-
raten verder uit elkaar.
Probeer een ander stop-
contact.
Controleer de zekering.
Stel de klok opnieuw in.