2
Nederlands
1
ALGEMENE INFORMATIE (FIG.1)
1.1
Gebruik van de handleiding
Deze handleiding is een geïntegreerd onderdeel van de machine en
dient te worden bewaard om ook later te kunnen worden geraad-
pleegd. Lees hem vóór de installatie en het gebruik aandachtig
door. Bij het afstaan van het eigendom van het apparaat is de oude
eigenaar ertoe verplicht om de handleiding aan de nieuwe eigenaar
te overhandigen.
1.2
Levering
De machine wordt gedeeltelijk gedemonteerd in een kartonnen
doos geleverd.
De samenstelling van het geleverde product staat afgebeeld in fig. 1.
1.2.1
Bijgevoegde documentatie
A1 Handleiding voor het gebruik en onderhoud
A2 Veiligheidsvoorschriften
A3 Verklaring van overeenstemming
NL
1.3
Verwerking van het verpakkingsmateriaal
De materialen waaruit de verpakking bestaat vormen geen bedrei-
ging voor het milieu maar zullen wel gerecycled of verwerkt moeten
worden in overeenstemming met de gelden normen van het land
van bestemming.
1.4
Informatieaanduidingen
Houdt u zich aan de informatie van de plaatjes op de machine.
Controleer of ze altijd aanwezig en leesbaar zijn; mocht dit niet
het geval zijn dan moet u ze vervangen en de nieuwe plaatjes op
dezelfde plek aanbrengen.
Plaatje E1 - Wijst op de verplichting om de machine niet als stedelijk
afval te verwerken; hij kan aan de distributeur worden terug-
gegeven op het moment dat u een nieuwe machine aanschaft.
De elektrische en elektronische delen waarmee de machine is
samengesteld mogen niet opnieuw voor oneigenlijke doeleinden
worden gebruikt vanwege de aanwezigheid van substanties die de
gezondheid zouden kunnen bedreigen.
1.4.1
Symbolen
Pictogram E2 - Geeft aan dat de machine bestemd is voor
een professioneel gebruik, dat wil zeggen voor personen
met ervaring en technische kennis en op de hoogte van
de toegepaste normen, wetten en in staat om de nood-
zakelijke handelingen te verrichten voor het gebruik en
onderhoud van de machine.
Pictogram E3 - Geeft aan dat de machine bestemd is voor
een niet-professioneel (huishoudelijk) gebruik.
2
TECHNISCHE INFORMATIE (FIG.1)
2.1
Voorzien gebruik
De machine is bestemd voor persoonlijk gebruik voor het reinigen
van voertuigen, auto's, vaartuigen, metselwerk enz., om hardnekkig
vuil met schoon water en biologisch afbreekbare chemische deter-
genten te verwijderen.
Het wassen van motoren is slechts toegestaan indien het vieze
water volgens de geldende normen wordt verwerkt.
- Temperatuur toevoerwater: zie typeplaatje op de machine.
- Druk toevoerwater: lager dan 10 bar.
- Omgevingstemperatuur tijdens het gebruik: hoger dan 0°C, in
overeenstemming met de EN 60335-2-79/A1 Norm, alleen voor
modellen voor huishoudelijk gebruik (zie pictogram E3).
2.2
Bediener
Voor het herkennen van de bediener belast met het gebruik van de
(professionele of niet-professionele) machine verwijzen wij naar het
pictogram op de omslag.
2.3
Niet toegestaan gebruik
De machine mag niet worden gebruikt door personen zonder
ervaring of personen die de instructies van de gebruiksaanwijzing
niet gelezen of begrepen hebben.
De machine mag niet worden gevoed met ontvlambare, explosieve
en giftige vloeistoffen.
De machine mag niet worden gebruikt in een ontvlambare of
explosieve omgeving.
Het gebruik van niet-originele en niet specifiek voor dit model
bestemde onderdelen is verboden.
Het is verboden om wijzigingen op de machine aan te brengen;
eventuele wijzigingen zullen de Verklaring van Overeenstemming
doen komen vervallen en de Fabrikant vrijwaren van civiel- en
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
2.4
Hoofdbestanddelen
B1 Regelbare sproeikop
B2 Lans
B3 Pistool met beveiliging
B4 Elektriciteitskabel met stekker
B5 Hogedrukslang
B6 Tank reinigingsmiddel (waar voorzien)
2.4.1
Accessoires (indien voorzien in de levering - zie fig. 1).
C1 Werktuig voor het reinigen van de kop
C2 Kit draaiend mondstuk
C3 Handvat
C4 Borstel
C5 Slanghaspel
2.5
Veiligheidsinrichtingen
Let op - gevaar!
Kom niet aan de veiligheidsklep en wijzig er de
afstelling niet van.
- Veiligheidsklep en drukregelklep.
De veiligheidsklep is tevens een drukregelklep. Wanneer het
pistool wordt gesloten gaat de klep open en recirculeert het water
door de pompaanzuiging.
- Beveiliging (D): om ongewenste waterstralen te voorkomen.
3
INSTALLATIE (FIG. 2)
3.1
Montage
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en
montage moet de machine losgekoppeld zijn van het elek-
triciteitsnet.
Voor de montagevolgorde verwijzen wij naar fig. 2.
3.2
Montage van het draaiende mondstuk
(Voor de modellen die hiermee zijn uitgerust).
Met de draaiende mondstuk-kit beschikt u over meer waskracht.
3.3
Elektrische aansluiting
Let op - gevaar!
Controleer of de spanning en frequentie (V-Hz) van
het elektriciteitsnet overeenstemmen met de waarden ver-
meld op het typeplaatje (fig. 2). Sluit de machine aan op
een elektriciteitsnet dat is uitgerust met een efficiënte
aarding en een differentiaalbeveiliging (30 mA) welke bij
kortsluiting de elektrische voeding zal onderbreken.
3.3.1
Gebruik van de verlengkabels
Gebruik kabels met een "IPX5" beschermingsgraad.
De diameter van de verlengkabels moet evenredig zijn
aan de lengte ervan; hoe langer de kabel, des te groter zal
de diameter ervan moeten zijn. Zie tabel I.
3.4
Hydraulische aansluiting
Let op - gevaar!
Zuig uitsluitend gefilterd of schoon water op. De
waterkraan moet een watertoevoer garanderen die ten-
minste gelijk is aan de capaciteit van de pomp.
De machine moet zo dicht mogelijk bij het waterleidingnet worden
geplaatst.