ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Geluiddemper
De geluiddemper is gemaakt om het geluidsniveau te
reduceren en de uitlaatgassen van de motor van de
gebruiker weg te leiden.
WAARSCHUWING! De uitlaatgassen van
!
de motor zijn heet en kunnen vonken
bevatten die brand kunnen veroorzaken.
Start de machine daarom nooit
binnenshuis of in de buurt van licht
ontvlambaar materiaal!
In gebieden met een warm en droog klimaat kan het
risico van branden erg groot zijn. Het komt voor dat deze
gebieden gereguleerd worden met wetgeving, die vereist
dat de geluiddemper onder andere uitgerust moet zijn
met een goedgekeurd vonkenopvangnet (A). (6)
N.B.! De geluiddemper wordt zeer heet, zowel tijdens
het gebruik als na het stoppen. Dit geldt ook bij stationair
draaien. Wees oplettend op brandgevaar, vooral bij
hantering vlakbij brandgevaarlijke stoffen en/of gassen.
WAARSCHUWING! Gebruik de
!
motorzaag nooit zonder of met een
kapotte geluiddemper. Door een kapotte
geluiddemper kunnen het geluidsniveau
en het risico van brand aanzienlijk
toenemen. Hou gereedschap voor
brandblussen bij de hand. Gebruik nooit
een motorzaag zonder of met een defect
vonkenopvangnet, als een
vonkenopvangnet verplicht is in uw
werkgebied.
Snijuitrusting
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste
onderhoud en door het juiste type snijuitrusting te
gebruiken:
•
Het terugslagrisico van uw machine reduceert.
•
Vermindert het risico op losraken en barsten van de
ketting.
•
Bereikt optimale snijprestaties.
•
De levensduur van de snijuitrusting verlengt.
•
Voorkomt toename van trillingsniveau.
Basisregels
•
Gebruik uitsluitend de door ons aanbevolen
snijuitrusting! Zie de instructies in het hoofdstuk
Technische gegevens.
•
Zorg ervoor dat de tanden van de ketting goed en
juist geslepen zijn! Volg onze instructies en
gebruik de aanbevolen vijlmal. Een verkeerd
geslepen of beschadigde ketting verhoogt het risico
op ongevallen.
•
Zorg ervoor dat de tanddiepte juist is! Volg onze
instructies en gebruik de aanbevolen
dieptestellermal. Als de tanddiepte te groot is,
verhoogt dit het risico op terugslag.
•
Hou de ketting gestrekt! Als de ketting niet
voldoende gestrekt is, neemt het risico toe dat de
450 – Dutch
ketting losraakt en de slijtage van zaagblad, ketting
en kettingwiel neemt toe.
•
Zorg ervoor dat de snijuitrusting voldoende
gesmeerd is en onderhoud ze op de juiste
manier! Als de ketting niet voldoende gesmeerd
wordt, neemt het risico op barsten toe en verhoogt de
slijtage van zaagblad, ketting en kettingwiel.
Snijuitrusting die het risico op terugslag
vermindert
WAARSCHUWING! Een verkeerde
!
snijuitrusting of een verkeerde
zaagblad/kettingcombinatie verhoogt
het risico op terugslag! Gebruik
uitsluitend de zaagblad/
kettingcombinaties die wij aanbevelen,
en volg de vijlinstructie. Zie de
instructies in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Terugslag kan alleen voorkomen worden doordat u er als
gebruiker voor zorgt dat de terugslagrisico-sector van
het zaagblad nooit in contact komt met een voorwerp.
Door snijuitrusting met een "ingebouwde"
terugslagreductie te gebruiken en door de ketting correct
te slijpen en te onderhouden kan het effect van een
terugslag gereduceerd kan worden.
Zaagblad
Hoe kleiner de neusradius, hoe minder neiging tot
terugslag.
Ketting
Een ketting bestaat uit een aantal verschillende schakels
die leverbaar zijn in standaarduitvoering en in een
uitvoering die het risico op terugslag reduceert.
BELANGRIJK! Geen enkele zaagketting elimineert het
risico op terugslag.
WAARSCHUWING! Ieder contact met
!
een draaiende zaagketting kan ernstig
letsel veroorzaken.
Een aantal uitdrukkingen die de specificaties van het
zaagblad en de ketting aangeven.
Om alle veiligheidsonderdelen op de snijuitrusting te
behouden, moet u versleten of beschadigde zaagblad-/
kettingcombinaties vervangen door een zaagblad en
ketting die Jonsered aanbeveelt. Zie de instructies in het
hoofdstuk Technische gegeevns voor informatie welke
zaagblad-/kettingcombinaties we aanbevelen.
Zaagblad
•
Lengte (duim/cm)
•
Aantal tanden in het neuswiel (T).
•
Kettingsteek (=pitch) (duim). Het neuswiel van het
zaagblad en het kettingaandrijftandwiel van de
motorkettingzaag moeten aangepast zijn aan de
afstand tussen de aandrijfschakels.
1156564-26 Rev.1 2014-01-13