05. Werking en onderhoud
Werkingstest
Om u er vóór een meting van te vergewissen dat het meettoestel
correct werkt, kunt u een werkingstest uitvoeren. Schakel het toes-
tel in en plaats de elektroden op het met T gemarkeerde contactvlak
op de bovenkant van het beschermdeksel. Als de afleeswaarden
overeenstemmen met de referentiewaarden, werkt het meettoestel
zoals het hoort.
Referentiewaarden voor de werkingstest:
Houtvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 % ± 2 %
Bouwmateriaalvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . 1,25 % ± 0,1 %
Als de afleeswaarden niet overeenstemmen met de referentiewaar-
den, betekent dat dat het toestel een storing vertoont.
E - 6
Batterijtest
Om de toestand van de batterijen te testen, kunt u een batterijtest
uitvoeren. Schakel het toestel in en plaats de elektroden op het met B
gemarkeerde contactvlak op de bovenkant van het beschermdeksel.
Als de afleeswaarden overeenstemmen met de referentiewaarden,
zijn de batterijen volledig geladen. Hoe verder de afleeswaarden onder
de referentiewaarden liggen, hoe verder de batterijen ontladen zijn.
Referentiewaarden voor de batterijtest:
Houtvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . > 44 %
Bouwmateriaalvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . > 2 %
Vervangen van de batterijen
Wanneer de batterijen de vereiste spanning voor de werking van
het meetapparaat niet meer duurzaam kunnen leveren, knippert
het batterijstatussymbool op het display. Dat betekent dat de
Gebruiksaanwijzing – Vochtindicator
O