Bevestig de pijp van het hulpstuk aan het
aandrijfsysteem.
1.
Kantel de hendel naar het hulpstuk.
► 1 . Hendel
Lijn de pen uit met de pijlmarkering. Steek de
2.
hulpstukpijp erin tot de ontgrendelknop omhoog springt.
Zorg ervoor dat de positielijn tegen de punt van de
pijlmarkering ligt.
► 1 . Ontgrendelknop 2. Pijlmarkering 3. Pen
4. Positielijn
Kantel de hendel naar het aandrijfsysteem.
3.
1
► 1 . Hendel
Zorg ervoor dat het bovenvlak van de hendel parallel
ligt aan de pijp.
KENNISGEVING:
der dat de hulpstukpijp erin is gestoken. Als u dit
doet, kan de hendel de ingang voor de aandrijfscha-
cht te ver dichtknijpen en beschadigen.
1
1
2
3
4
Zet de hendel niet vast zon-
Om de pijp te verwijderen, kantelt u de hendel naar het hulpstuk
en trekt u de pijp eruit terwijl u de ontgrendelknop ingedrukt houdt.
Fig.12
► 1 . Ontgrendelknop 2. Hendel 3. Pijp
BEDIENING
WAARSCHUWING:
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk "VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN" op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
WAARSCHUWING:
positie van het bevestigingsoog en het schouder-
draagstel af op comfortabel gebruik.
De grond frezen
LET OP:
Verwijder voor gebruik harde en/of
lange voorwerpen, zoals stenen, blikjes en touwen,
uit het werkgebied. Deze kunnen de rotormessen
beschadigen of het draaien van de rotormessen hinderen.
LET OP:
Bij het frezen van de grond mag de
grondfrees niet sneller voortbewegen dan loopsnelheid.
LET OP:
Bij het lopen achter of trekken aan
een draaiende grondfrees, houdt u een veilige
afstand tussen uw voeten en de rotormessen.
De rotormessen draaien in de richting aangegeven in
de afbeelding.
Kies de beste manier van frezen afhankelijk van
de grootte van het werkgebied, het terrein en de
bodemomstandigheden.
46 NEDERLANDS
1
3
2
Volg de waarschu-
Stel voor gebruik de