De WFS-IR en WFS-MB eenheden zijn ventilatorconvectors, geschikt voor wandmontage en bestemd voor de klimaa-
tregeling van civiele woningen en handelspanden.
Het apparaat heeft een ventilator om de lucht in beweging te brengen en een warmtewisselaar waarin warm of koud
circuleert, geproduceerd door een externe generator, een ketel, koeler of warmtepomp.
De WFS-IR en WFS-MB ventilatorconvectors hebben een printkaart die de werking beheert en zorgt voor een
aangename ervaring van uw omgeving. Vooral kunnen de MB versies op een supervisienet of een bediening met
display worden aangesloten, T-MB met wandmontage. De bediening dient om de werkmodi in te stellen en meet
gelijktijdig de ruimtetemperatuur d.m.v. een ingebouwde sensor.
De WFS-IR versies worden echter door een afstandsbediening beheerd, met een display voor de instelling van de
werkmodi. Bij deze versies is de luchttemperatuursensor in het apparaat onder de luchtfilter ingebouwd. De lucht-
circulatie is dus afhankelijk van de correcte meting van de ruimtetemperatuur.
De WFS-IR versies hebben ook een sensor die de temperatuur van de batterijvloeistof meet en aan de hand van de
instellingen van de printkaart kan deze sensor worden gebruikt om te voorkomen dat de ventilator start als de temperatuur
van het water in de batterij niet voldoende is. Een typische situatie die zich kan voordoen in de winter, is dat de ketel
uit is. In dit geval verhindert het gebrek aan circulatie van warm water de correcte werking van de ventilator-convector.
Een rood lampje verwittigt de gebruiker dat het apparaat niet werkt, niet omdat er een storing aanwezig is maar omdat
er geen warm water circuleert om de omgeving te verwarmen of koud water om de omgeving te koelen.
De WFS-IR versies, met ingebouwde luchtsensor, vereisen een bijzondere cyclus, antistratificatie genoemd, nodig
om de luchttemperatuursensor te sensibiliseren. Eens de ingestelde temperatuurset is bereikt, stopt de ventilator en wordt,
bij de modellen met klep, de watercirculatie onderbroken. De cyclus wordt om de 18 minuten geactiveerd en bestaat
uit het starten van de ventilator om de luchtcirculatie in de omgeving en in het apparaat te verwezenlijken zodat vervolgens
de effectieve omgevingstemperatuur kan worden beoordeeld. De ventilatie wordt alleen geactiveerd wanneer er warm
water beschikbaar is, anders blijft het apparaat stil in afwachting van de volgende cyclus. Als warm water in het circuit
ontbreekt, wordt dit gemeld door de rode led, onderaan het apparaat. Om niet storend te zijn, is de signalering amper
waarneembaar daar het niet gaat om een alarmsituatie. Om problemen te vermijden als 's nachts de ketel wordt
uitgeschakeld en er dus geen warm water is, adviseren wij de timer te gebruiken voor de automatische in- en uitschakeling.
Stel een uitschakeltijd in die overeenstemt met de keteluitschakeling en een inschakeltijd, 30 minuten vertraagd t.o.v.
de ketelinschakeling.
De antistratificatiecyclus wordt ook ingeschakeld de eerste keer dat de verwarmingsmodus wordt ingesteld en telkens
de set wordt gewijzigd.
De bedrijfsstaat van de ventilatorconvector kan d.m.v. de signaleringslampjes, onderaan rechts van het apparaat,
worden gecontroleerd:
ON en T3 niet voldaan
Fout sondes (T1-T2-T3)
Contact venster open
Alarm pomp actief ofwel vele alarmes activeerd
(*)
Rode LED aangezet met lichtsterkte laag
UNT-SVU014E-XX
STATE
OFF
ON
T3 > 70°C
LED
ROOD
OFF
ON
Blink
X
X
X (*)
X
X2
X
LED
GROEN
OFF
ON
Blink
X
X
X
X
X
X
X
9